
Naar schatting worden er elke dag wereldwijd 2,25 miljard (!) kopjes koffie gedronken. Of het nu gewone koffie is of modieuzere à la ristretto, capuccino, lungo of Americano; ongeveer 1 miljard mensen op onze aardbol drinken dagelijks koffie. Bij benadering 40% van al die koffie is Robusta koffie. Die koffieboon veroverde vanaf het begin van de 20ste eeuw langzaam de wereld. En dat allemaal dankzij een Brusselaar…
Eind 19de eeuw stond de mondiale koffiemarkt in rep en roer. Een groot deel van de Aziatische koffieplantages ging langzaam ten onder aan koffieroest, een hardnekkige schimmel. De wijd verspreide Arabica boon bleek er erg vatbaar voor. In Sri Lanka vaagde koffieroest zoveel plantages weg dat men er besloot om voortaan thee te gaan planten…
Met de potentiële economische ramp in het vooruitzicht, werd er al een tijd over de hele globe intensief gespeurd naar alternatieven voor de Arabica. Een aantal andere koffieboonsoorten waren al geïdentificeerd. Door zogenaamde ‘plantenjagers’; ontdekkingsreizigers die Zuid-Amerika en Afrika doorploegden op zoek naar economisch rendabele soorten en planten. Maar het was pas eind 19de eeuw dat een waardige vervanger voor de Arabica werd gevonden. Dankzij een Brusselse botanicus…
De in Elsene geboren Lucien Linden (1853-1940) had de stiel van zijn vader geleerd. Jean Linden (1817-1898) was een berucht Luxemburgs botanicus en ‘plantenjager’. Na tal van tot de verbeelding sprekende ontdekkingsreizen¹ door Latijns-Amerika, Cuba en Mexico, vestigde hij zich in 1850 in Brussel. Daar werd hij directeur van de ‘Jardin Zoologique’ in het Leopoldpark. Hij begon er ook een succesvol bedrijf in exotische planten, gespecialiseerd in orchideeën (want Europa was in de 19de eeuw in de ban van een heuse orchideëengekte²…). L’Horticulture Internationale, met hoofdkantoor aan de Wiertzstraat, had serres in Brussel (o.a. in Moortebeek, Linthout en het Leopoldpark), maar ook in Gent en Parijs. De 19de-eeuwse bourgeoisie, uit binnen- en buitenland, werd er vaste klant. Leopold II nam Jean Linden³ ook in dienst als adviseur toen hij de Serres van Laken liet bouwen. Zoon Lucien zou in zijn voetsporen treden. Hij had het vak geleerd in de serres in Gent.
Na het overlijden van zijn vader, nam Lucien het familiebedrijf over. Enkele maanden later al, in augustus 1898, besloot hij om een expeditie naar Congo te sturen; op dat moment nog privé-eigendom van Leopold II. Lindens plantenjagers moesten er op zoek naar commercieel interessante planten. De ene verkende de oevers van de Congorivier, de andere zocht de Bas-Congo en Kasairegio af. Na maandenlange speurtochten stuurden ze tal van opmerkelijke planten naar Brussel. Soorten die nog nooit in Europa te zien waren geweest…
Hij doopte ze coffea robusta.
What’s in a name…
Linden besloot de opmerkelijke vondsten tentoon te stellen op de Wereldtentoonstelling van Parijs, in 1900. In de gigantische hal van het Palais de l’Agriculture et de l’Alimentation trok hij met één van de planten de meeste aandacht. Het waren zaden die in Lusambo gevonden waren. In de serre bleken ze goed te gedijen en bovendien leken ze bestand tegen de nietsontziende koffieroestschimmel! Het bleek bij nadere inzien wel geen nieuwe ontdekking… De zogenaamde Coffea Canephora was al eerder ontdekt, in 18964… Al wist Linden op dat ogenblik nog niet dat zijn zaden van dezelfde soort waren… Zijn “marketing” van de schijnbaar nieuwe koffieboon, zorgde alleszins wel voor de wijde verspreiding van de nieuwe koffiesoort. Hij doopte ze coffea robusta. What’s in a name… Een koffiesoort die niet enkel krachtiger van smaak was, maar die planters ook de belofte gaf op een florissante oogst en een alternatief voor arabica.
Linden stuurde een jaar later 160 koffieplanten naar een plantage op Java. De planten ‘pakten’. Ze bleken al gauw een botanisch-commercieel succes en veroverden van daaruit de koffiewereld… Of althans toch ongeveer 40% ervan…
Robusta blijft natuurlijk bitterder van smaak dan Arabica. Niet iedereen houdt ervan. Er zit dan ook veel meer caffeïne in. Beide soorten worden wel vaak samen in blends gebruikt. Door zijn resistentie tegen de nog steeds rondwarende koffieschimmels lijkt de Robusta ook een grotere toekomst te hebben dan de Arabica. Al zijn botanici wereldwijd – ook bij ons in België – vandaag druk bezig om nieuwe koffiesoorten te ontdekken of ze via kruisbestuiving te ontwikkelen. Als 21ste-eeuwse geestelijke erfgenamen van Lucien Linden…
En Linden zelf? Die verliet in 1906 zijn serres. Gedaan met de exotische planten. Hij richtte zich voortaan op waterzuivering. Met zijn nieuwe bedrijfje, gelegen in Gent, Aqua Sana, ging hij voortaan waterlopen zuiveren. Om drinkbaar water te bekomen. (En ook strijdend tegen cholera…) Op de Wereldtentoonstelling van 1913 in thuisstad Gent, vloeide zijn drinkbaar gemaakt Scheldewater uit de fonteintjes. Zijn bedrijf werd ook in het buitenland actief. Maar hoe zuiver zijn water ook was; zijn voornaamste bijdrage aan het mondiale drankverbruik lag toch in zijn commercialisering van een bittere koffieboon uit Congo…
— Kurt Deswert
Over de reizen van Lindens plantenjagers naar Congo
wordt momenteel nog volop onderzoek verricht.
¹ Vol Gele Koorts en “botanische spionage”… Lees ook zijn biografie ‘Linden, Explorer. Master of the Orchid’ van Nicole Ceulemans.
² Ook wel bekend onder de bloemrijke term ‘orchidelirium’.
³ Er staat vandaag nog een buste van Jean Linden in het Leopoldpark…
⁴ Ook door een Belg, Émile-Ghislain Laurent (1861-1904).