
… en de andere Teirlincks
Boekbespreking: Stefan Van den Bossche, Ge zijt zoveel mensen geweest. Herman Teirlinck, 1879–1967, Houtekiet, 2017.
Eerst een aveu. Ik heb maar één boek van Herman Teirlinck gelezen. Het Ivoren Aapje. Een roman van het Brusselsch leven, uit 1909. Ik heb alles van zijn tijdgenoot Elsschot gelezen. Maar maar één boek van Teirlinck (H.T.). Het was bovendien worstelen met de taal en het verhaal. Nochtans staat de naam Teirlinck als een paal in onze letteren.
Wie is H.T.?
Stefan Van den Bossche heeft met zijn lijvige meeslepende biografie de vele levens van dit cultureel icoon in kaart gebracht. Het boek staat bij elk hoofdstuk in Teirlincks leven stil bij de politieke en culturele context van het tijdsgewricht. H.T. schreef poëzie, romans, theater, conférences, kronieken van 1898 tot 1967. Onafgebroken.
De literaire roots van Teirlinck liggen in het fin de siècle, het decadentisme, in het tijdschrift Van Nu en Straks van Henry van de Velde en August Vermeylen, vrienden voor het leven. Het is de Nederlandstalige tegenhanger van Les XX en La Libre Esthétique.
Teirlinck groeit later uit tot een Brussels bourgeois-auteur. Hij kiest bewust voor het Nederlands, al is hij een perfect tweetalige Brusselaar. Zijn Ivoren Aapje wordt meestal beschouwd als de eerste stadsroman in de Vlaamse letteren. Weg van de Vlaamse klei. De intriges spelen zich af in de volkswijken van de laagstad en de chique herenhuizen van de hoogstad. Tussen bruine kroegen en luxebordelen. En op de grens, de boulevards waar de Brusselaars flaneren. H.T. beschrijft er tot in detail de garderobe, sensualiteit, de stijl van de dames van de belle époque. Teirlinck is zelf letterlijk de sociale ladder opgeklommen van de kleinburgerlijke afkomst in Molenbeek naar de chique hoogstad. Brussel is meer dan een decor, het is een personage in zijn boeken en zijn artistiek, zakelijk, sociaal en amoureus bewogen leven. H.T. is een veelzijdig artiest voor wie een boek een totaalbeleving is: hij verzorgt en illustreert de boekbanden zelf. Hier zien we de dandy, de dilettant, speels en opportunist, maar ook warm en hartelijk aan het werk. Uit die vrolijke periode dateert ook de Mijolclub (1912–1967), “èm cie” op zijn Engels voor de vrienden. Mijol is een caféspel, maar ook het Brusselse woord voor vagina. Elke vrijdagavond komen de Brusselse vrienden uit de literaire wereld ongedwongen samen in deze club ‘zonder statuten die H.T. bewaakt’. “Een echte maatschappij van onderlinge bijstand die aan laat terugkerende echtgenoten een secuur alibi bezorgt.” Tout en couleur, met humor en zelfspot … en veel gueuze. Niet-Brusselse leden worden er steevast buitenlandse leden genoemd.
De links-liberaal
Familiaal komt Teirlinck uit een oerliberaal, flamingant, vrijzinnig nest: vader Isidoor, nonkels Reimond Stijns en Nestor De Tière, allen Willemsfondsers, zijn zelf gevierde auteurs in hun tijd. Ze zijn actief in het verenigingsleven in de hoofdstad. Reimond Stijns en Isidoor Teirlinck kennen we van de roman Arm Vlaanderen, dat het slaafse en ongeletterde landelijke Vlaanderen onder de knoet van de klerus portretteert. Herman Teirlinck treedt in hun spoor. Hij zal steeds in die traditie een taal- en cultuurflamingant blijven. Tot tweemaal toe waagt H.T. zich aan de politiek voor de Liberale Partij. Hij stelt zich voor aan de kiezer als: “een democraat, een talenvol redenaar, een letterkundige van Europese bekendheid, een hoogstaand kunstenaar.” Zijn vriend en notoir katholiek, Karel van de Woestijne, beschrijft hem bij die gelegenheid als “een geboren gelovige, zij het buiten elk dogma om (…) oprecht Vlaamsgezind en democratisch liberaal.” Stefan Van den Bossche dicht H.T. geen sterk politiek engagement toe. Hij ziet hem als een progressief. Hij leunde aan bij de liberaal Julius Hoste jr., en onderhield de beste verhoudingen met socialistische boegbeelden Camille Huysmans en Hendrik Fayat. En uiteraard met zijn Brusselse kameraad August Vermeylen, socialistisch senator en gevierd schrijver. Tegelijkertijd was de literaire rebel aan het hof een graag geziene vertrouweling. H.T. was de vrijzinnige en Vlaamse raadgever van Albert I, koningin Elisabeth, Leopold III en later ook Boudewijn.
Teirlinck is zelf letterlijk
de sociale ladder opgeklommen
van de kleinburgerlijke afkomst
in Molenbeek naar de chique hoogstad.
Maar we zouden het haast vergeten. H.T. was ook schrijver. Stefan Van den Bossche gidst ons doorheen zijn oeuvre en parafraseert de verhalen één voor één. Dat is soms prachtig, zeker in zijn impressionistische periode en de stedelijke romans (Zon, Serjanszoon, Ivoren Aapje). Al is de taal van H.T. dan al gekunsteld en niet altijd toegankelijk, noch voor ons, noch voor zijn tijdgenoten. Bij het latere vitalistische werk van Teirlinck (Maria Speermalie, Rolande met de bles, …) lijkt die taak voor de biograaf minder dankbaar. Ook parafraserend overtuigen de werken niet.
Thuiskomen in Brussel
Van den Bossche laat ons de dramaturg kennen. De uitzonderlijke rol van H.T. voor het Vlaams theater. Hij was een vernieuwer, ook internationaal. De studio die hij mede oprichtte is bekend. De visie ook: niet de auteur, noch de tekst of het verhaal, maar de acteur staat centraal in het theater.
De laatste 200 bladzijden van Ge zijt zoveel mensen geweest gaan meer over ‘het instituut’ Herman Teirlinck, de statige man van de Vlaamse letteren die alles fixt. Minder over zijn werk. De biograaf heeft daar al in de inleiding voor gewaarschuwd. Deze biografie is vooral een pareltje, omdat Herman Teirlinck een boeiend en gevuld leven had waar je meer dan eens sympathie voor voelt. Het baadt in de Belgische en Europese culturele stromingen van 1900 tot 1967. De boeken van H.T. zijn dat minder. De taal is wat verouderd, al is hij een tijdgenoot van Elsschot. De verhaallijn is niet altijd strak, noch beklijvend. De personages weinig authentiek.
Voor de Brusselse Willemsfondser is het toch thuiskomen, deze biografie. Teirlincks leven is verweven met onze stad en beweging. In zijn dankwoord vermeldt Stefan Van den Bossche uitdrukkelijk Herman Mennekens (Jette), achterkleinzoon van Jef Mennekens, een jeugdvriend van Teirlinck uit Molenbeek. Herman Mennekens, zelf een verdienstelijk Brussels dichter en actief Willemsfondser, gidste op zijn beurt de biograaf mee door de meanders van Herman Teirlincks Brusselse leven.
— Johan Basiliades
Extra:
Binnenkort wordt in het Huis van Herman Teirlinck de Arkprijs van het Vrije Woord uitgereikt. Met het Willemsfonds Brussels Hoofdstedelijk Gewest werken we hieraan mee. Meer weten? Klik hier.