Italo Calvino als vrijzinnig schrijver

Boekbespreking: Italo Calvino, Een dag in het stembureau, Cossee, 2025, 110 blz. Vertaald uit het Italiaans door Linda Penning.

Sinds 18 september is Een dag in het stembureau van Italo Calvino voor het eerst in het Nederlands verkrijgbaar. Een korte, maar pakkende novelle.

Het hoofdpersonage, Amerigo, wordt door de Communistische Partij aangesteld als bijzitter in een wel heel bijzonder stembureau. Het Cottolengo, een immens grote instelling voor mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking in Turijn. Het is een stad in de stad. We zijn in de jaren ’50. Het is een allesbepalende stembusslag tussen katholieken en communisten. Elke stem telt. Amerigo’s taak is duidelijk: verhinderen dat nonnen en pastoors de stemmen van de “sukkelaars” manipuleren. Want misbruiken zijn er al jaar en dag bekend. Enkel wie zelf kan stemmen, mag stemmen.

Dat is het kader dat Calvino, zelf communist, in 1963 schetst. Maar al snel wankelen Amerigo’s zekerheden. Worden de bewoners van het Cottolengo echt gemanipuleerd, of worden ze juist met toewijding en waardigheid behandeld door de geestelijken? In de ideale communistische staat zouden nonnen en pastoors overbodig zijn, maar in deze wereld zorgen zij voor deze instelling, met oprechte inzet – tot dankbaarheid van iedereen, ook Amerigo.

En de verkiezingen? Nog zo’n paradox. Twee partijen die eigenlijk niet in de democratie geloven strijden er om elke stem. De ene partij, de Katholieke, gelooft in de wet van god, niet in de democratie van de mensen. De andere, de Communistische, wantrouwt hoe dan ook de bourgeois democratie. Toch ziet Amerigo het als zijn taak te waken over het respect van de democratische procedures. Dit is eigenlijk de attitude van een liberale geest, beseft Calvino. Niet die van de revolutionair. Is Amerigo net als elk individu niet van nature een liberale geest? De sociale context maakt er al dan niet een revolutionair van. Hier klinkt halverwege het boek al Calvino’s komende breuk met het communistisch dogma door – en met dogma’s tout court.
Amerigo’s rationele, intellectuele boekenwijsheid botst telkens op de weerbarstigheid van emoties en echte menselijke relaties. Zowel als het gaat over politiek, geloof of de liefde. Zijn gesprekken aan de telefoon met zijn vriendin Lia missen elke logica die hij ervan verwacht, maar zijn net daarom teder en authentiek. De pastoors en nonnen zijn minder fanatiek dan hij dacht in hun vastberadenheid om elke inwoner van de Cottolengo te laten stemmen. Als er een empathisch gesprek is vinden de pastoor en Amerigo elkaar over wat kan en niet kan.

De stembusslag is met wat afstand bekeken niet allesbepalend. De kampen zullen zich aan elkaar blijven meten. Nog vele jaren. Maar zoals Calvino het al in de eerste bladzijden kernachtig samenvat: “Ieder weldenkend mens weet dat het in de politiek, zoals in het hele leven, om twee principes gaat: je geen overdreven illusies maken, en erin blijven geloven dat alles wat je doet zin kan hebben.”

Met Een dag in het stembureau laat Calvino zich van een andere kant zien dan in zijn meer fantasierijke romans, zoals Als op een winternacht een reiziger. Deze novelle speelt zich resoluut af in de reële wereld, vol paradoxen, ironie en nuances. Een wereld waarin het goed toeven is – juist omdat ze vrij blijft van dogma’s.

— Johan Basiliades

Deel dit artikel:

Lees ook deze artikels