De Slinger van Foucault

Het ultieme complotboek over het complot aller complotten. Als u het niet kent, als men dat voor u verzwegen heeft, dan bent u slachtoffer van een complot.

Boekbespreking: Umberto Eco, De Slinger van Foucault, Bert Bakker, Amsterdam, 1989.

Enkele weken terug ging ik op zoek op internet naar De opstand van de massamens van José Ortega y Gasset. Een absolute liberale klassieker uit de jaren ’30. Ortega y Gasset verdedigt er de liberale en representatieve democratie tegen het opkomend fascisme en communisme in Europa. Mijn pocketeditie in de reeks Idées van NRF/Gallimard valt uit elkaar 1.

Online vind ik een goedkope editie van uitgeverij Omniaveritas (nooit van gehoord). Het komt enige tijd later per post aan huis. Een slordige uitgave. Maar de echte verrassing komt achteraan het boek. De laatste tien bladzijden zijn afbeeldingen en advertenties van andere Omniaveritas uitgaven: Mein Kampf. Een document met grote historische waarde en Hitler in Argentinië van ene Harry Cooper. Occulte boeken als: In het teken van de schorpioen. De waarheid over de bolsjewistische revolutie en Marie-Antoinette en het maçonniek complot van Louis Dasté; De occulte oorlog van Emmanuel Malynski (met als promotietekst: Satan kwam in de naam van de vrijheid en de gelijkheid in opstand tegen God); ene Jean Lombard, Het verborgen gelaat van de moderne geschiedenis (over de rol van de Haute Finance, de rozenkruisers, de vrijmetselarij en geheime islamitische genootschappen); en uiteraard, kan niet ontbreken in dit gezelschap, … De controverse over Zion van een zekere Douglas Reed (De eeuwenoude wortels van de verborgen zionistische agenda). Antisemitisme hoort altijd thuis in dit gezelschap. En het gaat verder met boeken over Lucifer, alternatieve theorieën over de piramiden in Egypte, over Neurenberg.

De tekst van een zot
Dit is niet wat je verwacht achteraan een klassieker. Ik waan me in een boek van Umberto Eco. Ik verander dus van gedacht en beslis om De Slinger van Foucault te herlezen en er een bespreking van te maken voor Kortweg. Al dat complotdenken, zo blijkt, is meer dan ooit actueel.

De Slinger is een roman van Umberto Eco, uitgegeven in het Italiaans in 1988 (goed acht jaar na zijn wereldwijde bestseller De naam van de roos). Casaubon, Diotallevi en Belbo werken voor een uitgeverij in Milaan die vooral geld verdient aan SEK’s, of ‘Schrijvers op Eigen Kosten’. Samengevat, ze publiceren tegen financiële participatie van de auteur boeken van schrijvers op zoek naar erkenning en roem. Pure en meedogenloze oplichting in de stijl van het Algemeen Wereldtijdschrift voor Financiën, Handel, Nijverheid, Kunsten en Wetenschappen van Boorman uit de roman Lijmen van Elsschot. Boeken over allerhande complottheorieën doen het goed, zo blijkt al snel. Dus gaan ze steeds verder die weg op. Wanneer ze geconfronteerd worden met een boek over het eeuwenoude geheim van de Tempeliers vatten Casaubon, Diotallevi en Belbo — als spel — het plan op zelf een eigen geheim complot uit te werken. Eco legt haarfijn en met veel zin voor humor en detail uit hoe een complottheorie succesvol werkt en hoe je het maakt, maar vooral hoe je het niet meer kan stoppen. Het gaat zijn eigen leven leiden. Mensen nemen het ernstig. Ze bouwen er genadeloos op verder. De realiteit haalt de fictie in en sleurt ook de bedenkers mee. Belbo en Diotallevi worden uit paranoia meegezogen door de reacties van de buitenwereld op hun plan, … tot de dood toe. Hoe ridicuul en burlesk de theorieën en rituelen ook worden, het denkbeeldig plan kost op totaal absurde wijze het leven aan Belbo en zijn grote liefde Lorenza.

De tekst van een zot” schrijft Eco al ergens halverwege het verhaal, “kan uitleggen hoe iemand die een bom in een trein plaatst redeneert”. Eco geeft de basisregels van elke complottheorie: 1) alle concepten zijn door analogie aan elkaar gerelateerd. Het doet er niet toe of die analogieën onderling steek houden; 2) als alles met elkaar verbonden is, is de redenering OK, of ze nu steekhoudt of niet en 3) het moet geen originele redenering zijn. Integendeel ze moet zich vaak herhalen en herkenbaar zijn. Mensen zijn toch hongerig naar geheimen allerhande. Ze snakken naar complotten. Als je ze voor hen uitvindt, gaan ze erin geloven. Elk nieuw element, hoe je het draait of keert, versterkt het complot. Een ontkenning van het complot is een manier om het complot te ondermijnen en dus een bevestiging ervan, … Er is geen ontkomen meer aan.

Er is geen geheim
Toch geeft Eco bij monde van Lia, de vriendin van Casaubon, de uitweg. Het is eenvoudig om die ballon te doorprikken. Ze parafraseert Ockhams scheermes (naar de middeleeuwse filosoof Willem van Ockham): “Let op, want ik ga je aantonen dat de eenvoudigste verklaring altijd het meest waar is”. Een gouden regel. En Lia geeft vervolgens de meest logische uitleg voor alle zogenaamde geheimen die het drietal in hun plan, dat begon als een grap, meenden te hebben ontdekt. Logisch en helder. Maar voor wie vastzit in het web van het complot baat het niet meer. “De ware ingewijde is nochtans diegene die weet dat er geen geheim is” stelt Eco. Eco gaat verder en geeft de sociologische verklaring voor al dat complotdenken met een citaat van Karl Popper bovenaan hoofdstuk 118: “De samenzweringstheorie van de maatschappij … is een consequentie van het verlaten van God, en van de vraag die daaruit volgt: ‘Wie komt er in zijn plaats?’”. Mensen willen dus gewoon verklaringen. Nochtans “de zekerheid dat er niets te begrijpen valt, zou rust moeten brengen” concludeert Eco’s hoofdpersonage Casaubon.

Voor iedereen die de afgelopen jaren, tijdens corona bijvoorbeeld, of tijdens de waanzinnige afloop van de verkiezingen in de VS en de QAnon-saga, … botste op complottheorieën en bijhorende dovemansgesprekken op café of op een familiefeest, … De Slinger van Foucault kan je helpen de logica te herkennen, en het allemaal wat weg te lachen. Al valt er met de gevaarlijke uitwassen van complottheorieën, zoals de gevolgen van antivaxbewegingen, of de doden bij de bestorming van het Capitool in DC, niet echt te lachen. De slachtoffers zijn echte mensen, geen ideeën die je lanceert voor de lol in een spel.

Johan Basiliades