János Pilinszky – Van Gogh’s gebed

Een veldslag verloren in de korenvelden
en in de lucht een zege.
Vogels, de zon en vogels opnieuw
Wat blijft er ‘s nachts nog over van me?

‘s Nachts, slechts een lampenrij
een muur van schitterende gele klei
en in de tuin, door de bomen
als kaarsen op een rij, de vensterramen.

daar dwaalde ik ooit maar dwaal er niet langer –
Ik kan niet meer leven waar ik ooit leefde, hoewel
het dak me daar ooit bescherming bood.
Heer, u hoedde me lang geleden.


Een belangrijk deel van zijn dichterscarrière leefde de Hongaar János Pilinszky (1921-1981) onder censuur. Tussen 1948 en 1953 wou de Hongaarse regering het sociaal realisme opdringen als enige literaire vorm. Schrijvers die van de norm afweken, zoals Pilinszky – bovendien ook nog eens katholiek in een communistisch land – kregen niets gepubliceerd. Het regime labelde hem als ‘pessimistisch’ en dus wachtte hem een lange periode door de literaire woestijn.

Pas vanaf het einde van de jaren ‘50 kwam er een beetje licht in Pilinszky’s duisternis, toen er een zekere culturele détente kwam en hij terug mocht publiceren. Tussen zijn eerste (1946) en tweede bundel (1959) hadden maar liefst dertien jaar gelegen… Van dan af zou hij uitgroeien tot één van Hongarijes belangrijkste dichters van de 20ste eeuw. Ook internationaal groeide zijn reputatie, toen hij vanaf de jaren ‘60 regelmatig naar het buitenland trok. Zelfs in die mate dat Ted Hughes, de befaamde Engelse poet laureate, zijn werk vertaalde. Een aantal van zijn gedichten werden ook op muziek gezet.

Als jongeman was Pilinszky aan het einde van de Tweede Wereldoorlog als soldaat krijgsgevangene geworden in Duitsland. Het leven in verschillende kampen zou een blijvende invloed op hem hebben en in veel van zijn gedichten verwijst hij ernaar. Als dichter evolueerde hij; van visionaire naar kortere, gebaldere gedichten. Een thema dat regelmatig in zijn poëzie opduikt, is het ritueel. Zoals ook bij dit gedicht.

In ‘Van Gogh’s gebed’ kruipt Pilinszky bijna letterlijk onder de huid van de Nederlandse schilder. Hij wekt op zeer fraaie manier de leefwereld van Van Gogh op; de artistieke ‘overwinning’, de manier van kijken naar dingen op een andere manier dan de doorsnee mens dat doet, maar ook als conclusie: dat immense gevoel van verlatenheid. Wie het gedicht leest, ziet Van Gogh’s schilderijen bijna perfect weergegeven, maar voelt ook perfect aan welke gevoelens erachter schuilen. Dat Pilinszky erin slaagt die complexe, gelaagde kunstwerken met slechts enkele, zeer precies gekozen woorden op te roepen, bewijst zijn immense talent als dichter.