Sekswerk in de Brusselse actualiteit

Vorig jaar stelde Kortweg het boek “Seks voor geld” voor, een boek van Magaly Rodriguez Garcia dat de historiek van het sekswerk in België bespreekt. Recent is er echter geschiedenis geschreven in dit thema. België koos resoluut voor de decriminalisering en legalisering van meerderjarig sekswerk uit vrije wil. Er wordt nu de laatste hand gelegd aan het arbeidskader. In Brussel werd er via een resolutie opgeroepen om werk te maken van één Brussels beleid, waar respect -en niet stigma- de leidraad moet zijn.

Seks is geen taboe. Sekswerk moet zo eveneens uit de taboesfeer geraken. Als vrijzinnigen zijn we voorstander van keuzevrijheid en zelfbeschikking. We moeten bovendien van de idee af dat, als we het uit taboe halen, we het promoten. Die attitude helpt kwetsbare personen niet. De lijn tussen promoten en erkennen kan behouden worden. Indien sekswerk een vrije beroepskeuze is, wat zeker kan, dan is deze even legitiem als een andere job. We mogen hen niet langer enkel in een slachtofferrol duwen. Ze moeten partners zijn bij de creatie van de regels die aan hen worden opgelegd en betrokken worden bij de oplossingen. Een veilige werkomgeving, sociale rechten en beslissingsvrijheid: dat moet de realiteit worden.

Sekswerk was voor de wetswijziging niet illegaal, maar aan sekswerkers diensten verlenen (boekhouder, verhuurder, bank) mocht niet. Sekswerkers kregen geen degelijk sociaal en arbeidsrechtelijk vangnet: geen pensioen, arbeidsvoorwaarden, … Zo werd er een complexe situatie gecreëerd, met als effect isolatie en een grijze zone. We lieten niet alleen onze sekswerkers in de steek, we werkten ook nog onze eigen doelstellingen tegen, bv. in het bestrijden van mensenhandel. Niet elke sekswerker is een slachtoffer van mensenhandel, maar het is een probleem binnen de sector, net zoals in de (land)bouw en de horeca. Repressie zorgt echter voor clandestiniteit. Het duwt sekswerk ondergronds waardoor slachtoffers (van dwang, mensenhandel) moeilijker op te sporen zijn en sekswerkers kwetsbaarder worden.

Deze aanpassing in het beleid maakt het mogelijk om sekswerkers te beschermen en te ondersteunen bij moeilijke situaties zoals Covid. Het maakt het gemakkelijker om sekswerk onder dwang te identificeren en te bestrijden. Het erkent de vrijwillige sekswerkers en stapt af van stigmatisering. In Brussel wordt een overlegplatform opgericht, dat de verschillende actoren bij elkaar brengt, met een proactieve, positieve houding. De politie kan een vertrouwensband opbouwen en beter ingrijpen.

Iedere persoon, ook mensen met een beperking, heeft recht op seksualiteitsbeleving. Het is een integraal onderdeel van mens zijn. Die beleving moet op een veilige manier gebeuren. Sekswerk verdient ook daarom een economisch statuut. Sekswerk is een job, met eigen vaardigheden en kwaliteiten. Geen job zoals een ander, maar toch ook niet zo verschillend.

Er zijn thema’s die jarenlang, decennia zelfs, aanslepen. Verschillende personen en organisaties hebben hun rol gespeeld om sekswerk uit de taboesfeer te halen. Zoals Magaly met haar boek en onderzoek errond, zoals Utsopi (vertegenwoordiger sekswerkers), zoals Jacinta De Roeck, enz. Ook een pluim voor de minister van justitie, Van Quickenborne, om dit eindelijk te realiseren. Het was altijd al een delicaat thema en dat is vandaag nog steeds het geval. Zolang we kernwaarden van onze liberale maatschappij, zoals zelfbeschikking en keuzevrijheid, als leidraad gebruiken, maken we de juiste keuzes.

Wannes Van Herreweghe,
Willemsfonds Molenbeek