Wie schrijft, die blijft – Hans Abraham

De protestantse volksschrijver uit Sint-Maria-Horebeke Abraham Hans (1882-1939) blijft een merkwaardige figuur in de Vlaamse cultuurgeschiedenis. Deze onwaarschijnlijke veelschrijver van jeugdboeken, romans en krantenfeuilletons voor volwassenen, toeristische gidsen, reisliteratuur, misdaadverslagen en niet te vergeten een heuse kinderbibliotheek (de honderden zogenaamde Hanskens, die later de inspiratie zouden zijn voor de nog steeds populaire Vlaamse Filmpjes) begint zijn loopbaan als leraar Nederlands en wordt na de Eerste Wereldoorlog voltijds journalist voor Het Laatste Nieuws van Willemsfondsboegbeeld Julius Hoste.

Viering van Abraham Hans in de Brusselse KVS op 28 april 1934 ter gelegenheid van het 500e nummer van de Kinderbibliotheek. Rechts van Hans zijn vrouw Adriana Van der Meulen, links de schrijver Lode Baekelmans.

Conscience achterna
Hans publiceert een eerste verhaal in 1901 in het Christelijk Volksblad en werkt zich vrij snel op tot een gereputeerd schrijver voor een groot publiek. Hij mikt hierbij op de brede midden- en arbeidersklasse van zeven tot zevenenzeventig jaar en mag in die zin zeker vergeleken worden met ‘de man die zijn volk leerde lezen’ Hendrik Conscience. Julius Hoste merkt zijn talent op en als uitgever van een centenblad ziet hij wel brood in een intensieve samenwerking. Hij geeft Hans de ruimte om voor Het Laatste Nieuws een reeks feuilletons als een soort van preview van zijn romans te schrijven en dit opzet slaagt boven verwachting. De oplage van Het Laatste Nieuws neemt flink toe, net als de bekendheid van Hans, een ideale win-win situatie. In 1920 stopt hij als leraar en werpt zich voltijds op zijn werk als journalist maar vooral als schrijver en verteller, met dank aan Hoste die hem daarvoor de ruimte geeft. Hans op zijn beurt engageert zich voor onder meer het Willemsfonds en voor het Brusselse Kindergeluk via voordrachten en vertelavonden.

Een nieuw publiek
Het is een perfecte symbiose. Hans schrijft voor een brede Vlaamse middenklasse die tot dan weinig tot geen literatuur op maat kreeg voorgeschoteld, voor jong en oud. En laat dat nu ook in sterke mate de doelgroep van Het Laatste Nieuws zijn. De voormalige leraar Hans blijft verscholen in de schrijver Hans: hij weet dat opvoeding of volksverheffing en ontspanning hand in hand kunnen en moeten gaan. Hans neemt zijn lezers mee op reis door heden en verleden, in hun directe, heel herkenbare, omgeving of in verre exotische oorden, verhalen met een duidelijke moraal, goed en slecht zijn duidelijk uitgetekend maar niet ééndimensionaal. Er is ruimte voor remediëring via zowel zelfverbetering als maatschappelijke emancipatie. Op dertig jaar tijd schrijft hij zo’n 200 boeken en 120 kortverhalen, een zelden geziene literaire productiviteit.

Voor de jeugd schrijft hij over hoogtepunten uit de Vlaamse geschiedenis zoals Groeninghe over de Guldensporenslag en Cassel of Niklaas Zannekin over de strijd van de Kerels tegen de Franse overheersing onder Filips IV, over figuren van Egmont en Hoorne en Albrecht Rodenbach tot, misschien eerder verrassend, de pas in 1906 overleden Jan Van Rijswijck, liberaal burgemeester van Antwerpen, en buitenlandse vrijheidshelden zoals Robin Hood. Ook gewone ontspanningslectuur al dan niet in verhalenbundels rollen uit zijn pen.

Voor de volwassenen schrijft hij even divers. Er verschijnen bendeverhalen over De Bende van Jan De Lichte, De Bende van Hazebroek en De Bende van Baekelandt, historische romans over de geuzen en de inquisitie, toeristische gidsen en streekromans, tot oorlogsliteratuur waarin hij de dramatische verwoesting van de Westhoek tijdens de Eerste Wereldoorlog beschrijft en nooit-meer-oorlog uitschreeuwt. Thema’s zoals verdraagzaamheid en geloofsvrijheid, armoede en sociale ongelijkheid, taalstrijd en emancipatie gaat hij duidelijk niet uit de weg. Hans is een rolmodel voor alle geëngageerde volksschrijvers van zijn tijd en opent als eerste de ogen van een brede laag van de bevolking.

De Kinderbibliotheek
Met de A. Hans Kinderbibliotheek – de Hanskes – zet Hans zich definitief op de kaart van schrijvend Vlaanderen. Aan de aloude ‘strijd voor de ziel van het kind’ zoals dat in de heftigste periodes van de schoolstrijd wel eens heette, geeft Hans vanaf 1922 met zijn meer dan 700 eigen verhalen in deze reeks (zijn kinderen schreven er tijdens zijn leven en na zijn dood nog zo’n 800 bij) een heel nieuwe én stevige impuls. Hij boeit de kinderen op de schoolbanken met een wekelijks kortverhaal van 32 pagina’s, op goedkoop papier gedrukt, over al dan niet mythische helden en boemannen, spoken en heksen, koningen en prinsen, de rijke Vlaamse geschiedenis en die van andere landen, over sport en de eerste uitblinkers op de wielerpiste en het voetbalveld, enzoverder. Wordt zijn maatschappijvisie hier dan totaal genegeerd ? Uiteraard niet. De waarden die Hans in zijn volwassenenliteratuur verdedigt, zijn ook hier onderhuids wel aanwezig. Af en toe staan ze zelfs expliciet centraal, zoals in Oom Tom (nr.137) naar het wereldbekende boek van Harriet Beecher Stowe. Dit nummer kent verschillende herdrukken en sluit af met een kort nawoord door Abraham Hans waarin hij de figuur van Lincoln als boegbeeld van de strijd tegen de slavernij bewierookt. Soms moet het dan ook weer niet meer zijn dan een spannend avonturen- of spionageverhaal, de aandacht van de kinderen blijven vangen door veel variatie te bieden blijkt de juiste piste te zijn. Tenslotte wijdt hij heel regelmatig – met herkenbaarheid als leidmotief – een nummer aan oude Vlaamse tradities, aan ambachten en beroepen en het gewone dagelijkse leven van kinderen in de stad en op het platteland.

De teneur van zijn kinderverhalen wordt, hoewel zelden expliciet moraliserend, een steen des aanstoots voor katholiek Vlaanderen. De protestantse insteek met respect voor de verschillende levensbeschouwingen kan op weinig begrip rekenen en de Hanskens worden in de ban gedaan. Vrome katholieke gezinnen worden aangemaand de Kinderbibliotheek buiten de deur te houden en een abonnement op hét exportproduct van de abdij van Averbode te nemen. Vanaf 1930 verovert Vlaamse Filmpjes stilaan de Vlaamse markt en wordt na de Tweede Wereldoorlog de dominante reekspublicatie voor de schoolgaande jeugd.

Colloquium
Dit najaar (28 oktober 2023 om precies te zijn) organiseert Liberas samen met het Willemsfonds een erfgoedcolloquium rond deze boeiende maar totaal vergeten figuur. Drie landelijke collectiebeherende instellingen (Liberas, Letterenhuis en ADVN) slaan de handen in elkaar. Johanna Ferket gebruikt de archiefstukken in het Letterenhuis, Kas Swerts legt vanuit onderzoek naar de geschiedenis van de Vlaamse Toeristenbond de link naar Hans’ visie op toerisme en Peter Laroy slaat de brug van procesverslagen naar de passie van de auteur voor bendeverhalen. Om Abraham Hans te benaderen vanuit een meer academisch perspectief is prof. dr. Bart Lambrecht bereid gevonden. Als auteur van het werk “Publieksliteratuur uit Vlaanderen tijdens het interbellum. Een pedagogisch project” (2018) kent hij als geen ander het literaire terrein waarop Hans aan de slag was en kan een breder referentiekader schetsen. Verder belichten Rik Vandaele (Reynaertgenootschap) en Paul Catteeuw (Heemkundige Kring Kontich) meer thematische invalshoeken zoals Hans’ kennis van en betrokkenheid bij het verhaal van Reynaert de Vos en Hans als persoon in zijn woonplaats Kontich. Een algemene biografische schets wordt verzorgd door Daniel Walraed, kenner bij uitstek van Abraham Hans.

Het colloquium gaat door in de Blauwe Zaal van Liberas, Kramersplein 23, 9000 Gent. Deelname is gratis, aanmelden en inschrijven kan via de website www.liberas.eu.

Bart Dhondt,
wetenschappelijk medewerker Liberas,

het centrum voor de geschiedenis van het vrije denken en handelen (voorheen Liberaal Archief).