Een Blauwe Progressist als leeservaring

200 Bladzijden lang waan je je een XIXe-eeuwse, radicale, liberale, vrijzinnige bourgeois in Brussel.

Boekbespreking van Een blauwe progressist. Charles Potvin (1818-1902) en het liberaal-sociale denken van zijn generatie. Dit boek werd door Christoph De Spiegeleer geschreven en in 2011 uitgegeven door het Liberaal Archief.

De grootste valstrik voor een historicus is de geschiedenis retroactief te herschrijven. De kunst bestaat erin je in te leven in de tijdsgeest. Christoph De Spiegeleer vertelt ons in zijn biografie over Charles Potvin (1818-1902) eigenlijk bijzonder weinig over het leven van Potvin. Er is ook niet zoveel over geweten. Maar we leren wel alles over zijn leefwereld: hoe dacht een XIXe-eeuwse Brusselse progressist, met wie ging hij om, wat was zijn engagement en wat waren zijn netwerken, formele en informele contacten.

De evenknie van J.S. Mill
Charles Potvin was een schrijver van poëzie, theater en literatuur. Een filosoof. Hij was vooral ook een journalist en pamflettist, een beroepsopiniemaker bij wijze van spreken, thuis in alle cenakels van het bloeiende Brusselse radicalisme. Zo beschrijft De Spiegeleer aan de hand van de bronnen uit die periode, het complexe en vaak onderling tegenstrijdige intellectuele leven. De bronnen waren niet noodzakelijk de voor de hand liggende grote schrijvers die we vandaag op die periode projecteren.

Potvin zelf schipperde tussen rationalisme en positivisme, maar ook frenologie (vandaag een zeer bedenkelijke pseudowetenschap) of sociaal darwinisme. Hij was een flamingant, al was hij Waal, en een Belgisch patriot. Literatuur en kunst moest nationaal en geëngageerd zijn, in een tijd waar ook l’art pour l’art opgang maakte in de salons die hij frequenteerde. Hij was geëngageerd in de internationale vredesbeweging: een mix tussen nationalisme à la Mazzini en internationalisme. Economisch was hij een voorstander van vrijhandel en klassiek liberale opvattingen. Toch was hij ook doordrongen van het vroeg socialisme, beïnvloed door Proudhon, Fourier, Saint-Simon, vol help u zelve, onderlinge bijstand (mutualiteit) en de coöperatieve gedachte. De invloed van Marx en het materialisme was nog marginaal. Uiteraard was hij voor algemeen stemrecht. Maar toch vooral voor emancipatie en onderwijs. De nadruk lag bij het opvoeden van de arbeidersklasse tot deugd, spaarzaamheid en vooruitziendheid. Feminisme was ook een belangrijk thema, toen al, maar bij Potvin en zijn generatie radicalen toch van het de vrouw als de priesteres van het gezin-genre. Potvin was vrijmetselaar. Hij was actief in de loge Les Amis Philanthropes, een politiek geëngageerd loge, in de stijl van de irreguliere Latijnse vrijmetselarij, zoals ze zich toen bij ons ontwikkelde. Als medeoprichter van La Libre Pensée was hij actief in de vrijzinnige netwerken, de internationale vrijzinnigheid ook. De opvattingen van vrijdenkers waren complex: bij sommigen doorspekt met mystiek, bij anderen meer verwant met een vrijzinnig protestantisme (zoals het unitarisme), een deïstisch spiritualisme, een streven naar een universele moraal en heel af en toe al atheïsme.

“We hebben gezien”, schrijft De Spiegeleer, “hoe sociaaldemocratie, nationalisme, flamingantisme en antiklerikalisme binnen progressistische liberale cultuur in Brussel heel wat andere zaken impliceerden dan men vandaag de dag zou denken”. Dat vat het wat samen. Hij voegt er aan toe: “Potvin toonde zich in die zoektocht naar evenwicht binnen deze cultuur de Belgische evenknie van John Stuart Mill”. Dat geeft een idee van zijn impact in zijn eigen tijd.

Een klassieker
Potvin was lid van de Ligue de l’Enseignement en Vlamingen Vooruit!, samen met de Loge dé verzamelplaats van deze eerste generatie radicalen in Brussel… Als je de ledenlijsten van al deze verenigingen naast elkaar zou leggen, samen met de deelnemers aan internationale congressen, de leden van de Liberale Partij en de auteurs van bijdragen in La Revue Trimestrielle, La Nation, La Revue de Belgique, … heb je het adressenboekje van het hele netwerk van terugkerende invloedrijke radicale persoonlijkheden rond Potvin in deze periode. En als Potvin beïnvloed werd door Pierre Joseph Proudhon of Giuseppe Mazzini, dan was het omdat deze net als Victor Hugo of Lajos Kossuth tot zijn persoonlijk politiek en cultureel netwerk behoorden.

In 2010 nodigden we met het Willemsfonds Schaarbeek-Evere-Sint-Joost ULB-professor Eliane Gubin uit om over het Brussels flamingantisme te komen praten.* Zij is de auteur van het referentiewerk uit 1979, “Bruxelles au XIXe siècle: berceau d’un flamingantisme démocratique (1840-1873)”. Een uniek boek dat laat kennismaken met het intense en complexe netwerk aan liberale en flamingante verenigingen en militanten in het vrijzinnige Brussel. ULB-professor John Bartier was Gubin al voorgegaan in tal van artikels die in 1981 gebundeld werden in “Libéralisme et socialisme au XIXe siècle”. Ook briljant om die tijdsgeest te vatten.

Maar toegegeven, De Spiegeleer overtreft beide werken, in het Nederlands ditmaal. Hij voegt er de complexe intellectuele leefwereld rond Potvin aan toe, de publieke sfeer, une communauté de système ideologique. Hij beschrijft ook het uitgesproken internationale (trans-nationale) kader. In deze zin gaat hij verder dan Gubin en Bartier.

Het lezen van het boek valt bij de eerste bladzijden wat zwaar door de toelichting van de wetenschappelijke methode. Maar eens meegesleurd in het web van Potvins netwerken leest het vlot. Een nieuwe klassieker dus om het radicale liberalisme binnen de Brusselse burgerij te begrijpen. En dat dit werk school maakt qua methode bewijst Liberas (het Liberaal Archief). Ze publiceerden dit boek over Potvin in 2011. Reeds in 2018 gaven ze “Georges Lorand (1860-1918), Een transnationale progressieve liberaal”**, van Nathan Lauwers uit. Lauwers hanteert dezelfde methode om het netwerk en denkkader van de tweede generatie radicale liberalen, rond Lorand, Féron en Janson, na de generatie Potvin, te beschrijven.

Johan Basiliades

* Zie over deze activiteit van het Willemsfonds: “Er zijn nog cultuurflaminganten” in Herman Mennekens, Johan Basiliades en Kurt Deswert, Vlaams, Sociaal en Liberaal in Brussel, een kort historisch overzicht, (Willmsfonds, 2010).

** Zie bespreking van dit boek door Hans Van Rompaey in Kortweg nr. 82, Aug. 2020. Het Willemsfonds organiseerde in de zomer 2020 ook een lezing met Nathan Lauwers over Georges Lorand in het Brusselse Matonge naar aanleiding van 60 jaar onafhankelijkheid van Congo en de hele bewustwording rond dekolonisering van het straatbeeld in België.