God heeft veel aan Bach te danken

Driemaal Bach met het Willemsfonds

Wat is dat toch met Bach? De Klara top 100 telde onlangs twaalf nummers van Bach, waarvan vier uit de Mattheuspassie. Bach raakt bij een heel breed publiek een gevoelige snaar: de muziek en vele teksten gaan over troost en ze bieden vooral ook troost. Het gaat altijd over zeer herkenbare menselijke gevoelens. Het bekende “Erbarme dich” gaat niet over Petrus die Jezus onder druk, onder stress, driemaal heeft verloochend — voor wie het verhaal nog kent van de haan die drie maal zal kraaien — , maar over Petrus die troost zoekt als hij dit beseft en alleen zit met zijn verdriet.

Bach was ongetwijfeld een diepgelovig man, een kind van zijn tijd. De bekende uitspraak “God heeft veel aan Bach te danken”, door velen overgenomen, is wel een eigen leven gaan leiden. Voor Emil Cioran, de Roemeense filosoof die ze wellicht als eerste gebruikte, betekent het dat in een wereld van chaos, waar er op het eerste gezicht geen natuurlijke logica, geen natuurlijke ethiek is, Bach bewijst dat Gods schepping geen totale mislukking is. Althans als ik het goed begrepen heb. De uitspraak laat voldoende dubbelzinnigheid en eventueel nog plaats voor mystiek. Wanneer de Nederlandse romanschrijver Maarten ’t Hart zegt dat Bach voor hem de plaats van God heeft ingenomen, valt de mystiek weg, en is de muziek van Bach het man-made alternatief om een antwoord te bieden op diepmenselijke gevoelens als de nood aan troost.

Een zaak is zeker, Bach fascineert en ontroert. Om het te horen, te voelen, moet je noch theologie, noch filosofie kennen. Geen ingewikkelde theorie. Ik beeld me dan de Thomaskirche in Leipzig in, rond het midden van de 18e eeuw, gevuld met 3000 inwoners uit de stad, van alle sociale klassen, alle standen, ouderen en kinderen, rijk en arm, door elkaar — wat een hels lawaai, wat een kabaal — en dan overstijgt de muziek, het orgel, dat viooltje, de stemmen van de tenor of sopraan, of het koor, het geroezemoes, en wordt iedereen ondergedompeld, met 3000 samen in een oase van rust. Een ingetogen kippenvel moment. Allemaal zonder high tech, lazers, noch lichtshows, … gewoon muziek.

Met het Willemsfonds hebben we alvast drie momenten vastgelegd (zie www.willemsfondsbrussel.be)

Bakje troost

Pour la petite histoire. Bij Bach moest het niet noodzakelijk altijd over grote existentiële troost gaan, ook gewoon over een bakje troost, letterlijk, over koffie, was ook mogelijk. Voor het meer burgerlijk en kleiner publiek van Café Zimmerman in Leipzig componeerde hij zijn koffiecantate (BWV 211). Ik bespaar jullie het Duits. De tekst van de aria door de sopraan gaat als volgt: O, wat smaakt die koffie heerlijk, lekkerder dan duizend kussen, zachter dan muskaatwijn. Koffie, koffie moet ik hebben, en als iemand mij wil verkwikken, schenk mij dan koffie in! Zodra de Koffiecantate ergens in Brussel live wordt opgevoerd, gaan we er graag heen. Wie weet waar en wanneer mag het ons laten weten.

Johan Basiliades