Wie was Julius Hoste Jr.?

Julius Hoste jr. werd geboren in Brussel in 1884. Na studies aan de ULB, waar hij lid was van het studentengenootschap Geen Taal, Geen Vrijheid, gradueerde hij als doctor in de rechten. Ondanks dit diploma, kwam hij al heel snel terecht in de journalistiek. Zijn vader, Julius Hoste sr. had een goede reputatie in Vlaamsgezinde en liberale kringen en legde de basis voor de Uitgeverij Hoste. Daar werden de kranten De Zweep (1869-1958), Het Laatste Nieuws en De Vlaamsche Gazet (1900-1914) uitgegeven. Vanaf 1908 zou Julius Hoste jr. bij deze laatste krant aan de slag gaan als hoofdredacteur. Het was een kwaliteitskrant die zich vooral richtte tot Vlaamsgezinde vrijzinnige middens.

Toen Hoste jr. tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Nederland uitweek, werd de krant door activisten gestolen. Samen met Van Cauwelaert richtte hij het weekblad Vrij België op, dat opkwam voor de Vlaamse eisen, maar gekant was tegen elke activistische collaboratie met Duitsland. Toen de oorlog aan haar einde kwam, nam Hoste jr. de uitgeverij van zijn vader over en zou hij als hoofdredacteur van Het Laatste Nieuws de krant laten uitgroeien tot de absolute nummer één qua aantal lezers.

Ondertussen bleef Hoste jr. strijden voor het zogenaamde Vlaamse minimumprogramma, namelijk de eentaligheid qua bestuur, onderwijs en gerecht in elk landsgedeelte, en de tweetaligheid in Brussel. Hij zag het Willemsfonds – waar hij bestuurder was van de Brusselse afdeling – en het in 1913 opgerichte Liberaal Vlaams Verbond als ideale organisaties om druk te zetten achter een realisatie hiervan.

Op politiek vlak bleek dit na de Eerste Wereldoorlog echter niet eenvoudig. Vlaamsgezindheid werd, ook binnen de Liberale Partij, vaak gelijkgesteld aan de activistische collaboratie, terwijl Franstaligheid gekoppeld werd aan Belgisch patriottisme. Het sociaal-conservatisme van de partij bleek eveneens een probleem en in de jaren ’20 kwamen sociaal-progressieve, Vlaamsgezinde liberalen regelmatig op onder aparte kiestlijsten. Het succes hiervan was, ondanks steun van Hoste jr., zijn kranten en zijn verenigingen, echter zeer beperkt.

Hoste jr. wordt minister
In het begin van de jaren 1930 veranderde er daarentegen veel. Het minimumprogramma werd steeds meer gerealiseerd, maar Hoste jr. vreesde dat elke verdere stap in de richting van een aanpassing van de Belgische organisatiestructuur het bed zou spreiden voor het Vlaams-nationalisme. Hij werd almaar meer gematigd en ging, in een context van oprukkende extreem-rechtse partijen, ook steeds meer de democratische waarden verdedigen tegenover het racistische “knuppel-nationalisme”.

Toen extreem-rechts echter helemaal doorbrak bij de verkiezingen van 1936, stelde Paul Van Zeeland een nieuwe regering samen, buiten de partijen om. Hij nam daarbij ook enkele niet-parlementariërs op in de regering en Hoste jr., die ondertussen steeds meer een aanvaardbare persoon was geworden binnen de politieke elite, werd minister. Hij kreeg de bevoegdheid Openbaar Onderwijs en in die functie zette hij zich o.a. in voor de uitbreiding van het officieel onderwijs. Ook werd onder zijn ministerschap de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België opgericht. In een periode van politieke instabiliteit en snel op mekaar volgende regeringen, behield hij de functie tot 1938.

Uitwijken naar Londen
Bij de inval van de Duitsers in mei 1940 besloot Hoste uit te wijken. Als vrij en onafhankelijk dagbladmaker weigerde hij onder nazi-bezetting te leven, maar vanwege zijn anti-fascistische houding liep hij eveneens direct gevaar. Hij kwam in Londen terecht, waar hij één van de eerste politieke prominenten was. Gemakkelijk was het leven er allerminst, maar in zijn dagboek schreef hij “Liever een lastig bestaan in een vreemd land dan ooit terug te keren naar een verknecht België”

Foto: De Belgische regering in ballingschap, december 1942. Vlnr: Gustave Joassart, Antoine Delfosse, Hubert Pierlot, Paul-Henri Spaak, Camille Gutt en Julius Hoste jr. (Albert De Vleerschauwer ontbreekt)

De regering in ballingschap kende geen vlotte werking. Om een beter politiek evenwicht te vinden, werden in 1942 drie onderstaatssecretarissen toegevoegd aan de regering. Hoste jr. kreeg daarbij opnieuw de post van Openbaar Onderwijs toegewezen. Hij zat er alleszins niet stil. Zo participeerde hij in de commissie rond naoorlogse vraagstukken, hield hij inspirerende radiospeeches en werkte hij mee aan de oprichting van de Benelux.

Londen, waar maar liefst 8 regeringen in ballingschap waren gehuisvest, was ondertussen ook de plaats geworden waar internationale problemen samen konden worden besproken en opgelost. In de Conference of Allied Ministers of Education werd bijvoorbeeld nagedacht over een plan voor het naoorlogs herstelbeleid op het vlak van onderwijs en cultuur. Hoste jr. was er voorzitter van het Bureau en had een grote bijdrage in het tot stand brengen van een nieuwe organisatie die dit moest helpen realiseren, de United Nations Education and Cultural Organisation. Nadien werd Scientific er nog aan toegevoegd en kreeg het de afkorting UNESCO. Hoste jr. behoorde in 1945, net na de oorlog, ook tot de Belgische afvaardiging tijdens het officiële stichtingscongres.

Foto: 11 december 1941: Foto van een Belgische delegatie voor het ministerie van Buitenlandse Zaken aan Eaton Square, London. U herkent als tweede van links Julius Hoste jr. en als derde van rechts Camille Huysmans. August Borms en Staf Declerq waren terzelfdertijd in België aan het collaboreren met nazi-Duitsland. Newsweek en het Vlaams Parlement vonden het in 2021 nodig ze wel allemaal samen te voegen. (Bron foto: archief Julius Hoste jr., bewaard door Liberas)

Ook vroeg hij zich in de oorlogsjaren af waarom het liberalisme geen echte internationale politieke stroming was. Hij werd op zijn wenken bediend, toen in 1946 in Brussel de basis werd gelegd voor de Liberale Internationale. Het stichtingscongres vond een jaar later plaats in Oxford, waar ook het bekende Manifest van Oxford werd ondertekend door liberalen uit 19 landen. Het vormde de basis voor het moderne liberalisme en Julius Hoste jr. was, samen met zijn vriend Salvador de Madariaga, een van de voornaamste penhouders van dit Manifest.

Een jaar later werd de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens aangenomen. Hoste jr. herkende de grote overeenstemming met “zijn” Manifest van Oxford en was zeer tevreden dat de Verklaring de beginselen bezegelde waartoe liberale gemeenschappen na een eeuwenlange evolutie gekomen waren. Hij was hoopvol dat een nieuwe tijd zou ingeluid worden.

In 1949 werd hij uiteindelijk voor de eerste keer politiek verkozen, tot senator. Hij stierf in Brussel in 1954.

Voor meer info over dit artikel en het Manifest van Oxford, zie http://hoste.willemsfondsbrussel.be

Dit artikel is gekoppeld aan het artikel “Julius Hoste Jr. naast August Borms?!” in Kortweg 85.