20 jaar taalbarometer – De winnaar is Brussel, Bruxelles, Brussels, …

Brio blijft verrassen. Eind 2022 publiceerde Brio, het Brussels Informatie-, Documentatie- en Onderzoekscentrum van de VUB, een overzicht van 20 jaar taalbarometer. Handig en verhelderend. Rudi Jannsens was al aan de tekst begonnen en zijn opvolger Mathis Saeys heeft het met brio afgewerkt. Nogmaals een hulde aan professor Janssens. Hij heeft het debat over taalgebruik in Brussel voor eens en altijd uit de sfeer van Vlaamse en francofone mythologie en fantasma gehaald. Hij heeft dit debat wetenschappelijk aangepakt.

De historische inleiding is al meteen duidelijk. Brussel is nooit een stad van twee taalgemeenschappen geweest. Zelfs bij de laatste talentelling in 1947, vlak na de Tweede Wereldoorlog was de grootste groep de tweetaligen. Vanaf de eerste taalbarometer blijkt dat de taaldiversiteit complex is en dat taalkennis en taalgebruik allesbehalve tweedelig is in onze stad. Integendeel: meertaligheid is de regel. Meertaligheid is meer dan ooit mede-constitutief van wat Brussel vandaag cultureel, maatschappelijk, politiek is. Een realiteit die alvast aansluit op onze liberale kijk op de stad. Het kan niet zonder politieke weerslag blijven.

Lees meer
Over 20 jaar Brio-taalbarometeronderzoek op: ga naar BRIO Brussel. Het Willemsfonds bracht al ruim hulde aan Rudi Janssens en de taalbarometer in de boekbespreking van Meertaligheid als opdracht: lees dit artikel hier. En ook de Brusselse liberalen schreven reeds over de Brusselse stedelijke identiteit als hoopgevend signaal: dit artikel is hier te vinden.

Is er dan helemaal niets veranderd tussen de politieke talentellingen tot 1947 en de wetenschappelijke taalbarometer vanaf 2001 in? Toch wel. Dat is het verhaal van 20 jaar taalbarometer. Taal was zeer lang een indicatie van sociale identiteit en status in België. Met de staatshervormingen en communautaire spanningen wordt taal een indicatie van regionale identiteit. Voor de lieve vrede, de communautaire pacificatie, moest Brussel ook in dit plaatje passen: dus werd het tweeledig model ook naar Brussel doorgetrokken. Het had en heeft zeker zijn verdiensten. Maar het kent ook zijn limieten. Die worden vandaag zeer zichtbaar.

Taal en identiteit

Het overzicht schetst bondig maar duidelijk de impact van de immigratie op taal in Brussel: de EU, de NAVO, de eerste georganiseerde arbeidsmigratiegolven, de politieke migratie later, hebben het taallandschap grondig omgegooid in Brussel. “Het lijkt ironisch, maar vanaf het ogenblik dat het politieke België een basis van compromis heeft gevonden om de spanningen tussen de taalgroepen te ontmijnen, evolueert Brussel naar een diverse en meertalige stad waarvan de bevolking haaks staat op het bereikte Belgische compromis dat in het taalbeleid wordt weerspiegeld”.  Meer nog, de evolutie van taalgebruik in de hoofdstad is een dynamisch gegeven dat de stad ver overstijgt: Brussel is niet de stad die van 960.000 inwoners naar 1.2 miljoen evolueerde, maar de stad waar in 20 jaar tijd meer dan 2 miljoen mensen naar immigreerden, vanuit België en de hele wereld, en waaruit meer dan 1,5 miljoen emigreerden naar de rest van het land en de hele wereld. Het verloop is enorm. En bepalend voor taalgebruik en de snel veranderende evoluties.

De taalbarometer is geen talentelling. Het meet veel meer dan dat. Het meet welke taal Brusselaars zelf menen te kennen, in welke omstandigheden en met wie ze die taal gebruiken, aan wie ze welke taal doorgeven, en zelfs in welke mate dit een teken van identiteit is. Dat kennis van de standaardtaal en het gebruik van die taal sterk kunnen verschillen is soms verbazend: 16,3% van de Brusselaars geeft aan goed Nederlands te spreken. Toch gebruikt 23,9% Nederlands dagelijks in de buurt, en zelfs 46,2% op het werk. Een taal kennen en ze spreken is dus niet hetzelfde. Dat ervaren we dagelijks in de stad. En zelfs tussen kennis van de standaardtaal en de identificatie is de kloof soms groot: een klassiek voorbeeld is het Arabisch dat een hoge status heeft bij Brusselaars met Marokkaanse achtergrond. Maar de kennis van standaard Arabisch is eerder laag. Voor Berbers geld het omgekeerde. Maar vooral, in een stad waar taal zo alomtegenwoordig is in het politiek debat, en wellicht ook vaak terecht, is taal bij geen enkele taalgroep het belangrijkste identificatieconcept … Zelfs niet bij de Nederlandstaligen, bij wie we als taalminderheid toch een zekere identificatie zouden verwachten. 2% van wie Nederlands als thuistaal heeft in Brussel identificeert zich als Vlaming of Nederlandstalige. Belg, Brusselaar en Europeaan scoren daarentegen het hoogst bij wie Nederlands, maar ook bij wie Frans als thuistaal heeft. Niet vergeten dat Brussel ook vaak taalgemengde gezinnen telt met meer dan één thuistaal. Dat kan Nederlands-Frans zijn (10%), of Frans en een ander taal (10%).  Nog maar 5,6% heeft enkel Nederlands als thuistaal en maar 52% enkel Frans. 21% spreekt noch Nederlands, noch Frans thuis. … De veelheid aan voorbeelden geven de unieke complexiteit van taalgebruik in Brussel voldoende weer, zowel qua kennis, identificatie, thuistaal als gebruik in zeer specifieke contexten: familie, overheid, buurt, vrienden, werk, ….

GPS

Samengevat stellen Janssens en Saeys: “We zijn ons ervan bewust dat het omarmen van de Brusselse taalsituatie soms nog gevoelig ligt. Toch blijkt er uit de analyses een groeiend draagvlak te bestaan bij de bevolking voor twee- en meertaligheid. De Brusselaars van de eerste taalbarometer zijn niet de Brusselaars van 2022. Uit het laatste taalbarometeronderzoek bleek dat 90% van de bevraagde Brusselaars voorstander is van twee- of meertalig onderwijs; dat de Brusselaars zich ongeacht hun thuis- of gebruikstaal met hun stad kunnen identificeren; dat meertaligheid op de Brusselse arbeidsmarkt toenemend een noodzaak wordt; en dat bijna de helft van de interacties met buren meertalig zijn. De inwoners van Brussel zijn zich dus uitermate bewust van hun linguïstische realiteit, evenals van het belang van twee- of meertaligheid als voorwaarde om actief te kunnen deelnemen aan, maar ook deel uit te maken van, die Brusselse samenleving”.

“De vier taalbarometers zijn een GPS die ons doorheen het taalgebruik loodst”, schrijft Sven Gatz, Brussels minister voor meertaligheid in de inleiding. “een gids voor een heel jong beleid voor meertaligheid dat de Brusselse regering in haar regeerakkoord in 2019 heeft opgenomen”.

Het Willemsfonds, het Nederlands en de meertaligheid

Het Willemsfonds is een sociaal-culturele vereniging. De oudste van het land (1853) en ook de oudste in Brussel (1873). Naast het liberale mensbeeld, de vrijzinnigheid en de verdediging van het onderwijs, staat het promoten van het Nederlands in België centraal in het Willemsfonds. Taal is belangrijk voor ons. En de taalbarometer dus interessant. Als we de resultaten van de taalbarometer leggen naast de ongeziene inspanningen voor het Nederlandstalig onderwijs in de hoofdstad mogen we gerust besluiten: Nederlands blijft belangrijk in Brussel en in België, ook in een zeer meertalige context. Meer nog. Wie Nederlands kent blijkt ook meestal meertalig te zijn. Een bijkomende troef voor onze taal.