Bartholomeus Van De Velde brengt Händel naar Woluwe

Op 19 december kan je met Willemsfonds Woluwe mee komen luisteren naar het B-ENSEMBLE in W:Halll. Onder leiding van dirigent Bartholomeus Van De Velde zullen zij een eigentijdse versie brengen van Händel’s Fire Music en Water Music. Nabij het Zoniënwoud in het mooie Watermaal-Bosvoorde spraken wij met hem over dit bijzondere concert.

Wie is Bartholomeus Van De Velde?

Opgegroeid in Lier had hij al snel een voorliefde voor muziek. Zijn vader nam hem jaarlijks mee naar de Salzburger Festspiele, waar hij de beste dirigenten zag. Aan het conservatorium studeerde hij voor violist, maar al snel kwam hij erachter dat hij gemaakt was voor het dirigeren. Na lessen en doortochten in Parijs en Luik kwam die droom uit. Hij had 17 jaar lang zijn eigen Charlemagne for Europe-orkest en dirigeerde in o.a. Mexico, Japan, China, Zuid-Korea, Indonesië, enz. en natuurlijk ook in eigen land. Momenteel geeft hij bovendien een masterclass aan potentiële toekomstige dirigenten en geeft hij coaching, waarbij muziek en de werking van een orkest steevast als metafoor wordt gebruikt.

Op 19 december brengt het B-ENSEMBLE onder uw leiding het concert Water Music & Fire Music van Händel. Allereerst: moet je een echte muziekkenner zijn om van dit concert te kunnen genieten?
Neen, dat hoeft zeker niet. Wij spelen muziek voor een open publiek. Één van mijn bedoelingen is altijd geweest, ook tijdens de jaren dat ik mijn eigen Charlemagne for Europe-orkest had, om mensen uit te nodigen die nog nooit naar een concert zijn geweest. Kenners zijn uiteraard ook welkom, maar niet-kenners ontdekken iets nieuws. En in een leven iets nieuw ontdekken, ik denk dat dat altijd een grotere openbaring is dan al iets kennen en achteraf nog iets bijleren. De klassieke muziek mag zeker ook nog meer bekendheid krijgen, want het is een gebied waar men nog veel in kan ontdekken.

Wat maakt uw opvoering van Händels muziek zo bijzonder?
Wel, de vuurmuziek van Händel is gecomponeerd met slagwerk erbij en ik doe altijd graag iets speciaals, dus hebben we die slagwerkinstrumenten vervangen door taiko. Dit zijn Japanse slaginstrumenten. Ik ga dus proberen om tijdens het concert verschillende invloeden bij mekaar te brengen: oosterse instrumenten laten samensmelten met westerse klanken. Sommigen zouden dit crossovermuziek noemen, maar ik denk eerder filosofisch: we leven in een wereld van globalisatie, waarbij iedereen, zeker in een kosmopolitische stad als Brussel, wordt beïnvloed door culturen van over de hele wereld, en kunst is een goed instrument om mensen bij mekaar te brengen en een teken te geven dat we veel beter met mekaar kunnen samenleven dan dat we denken.

Die taiko-instrumenten worden overigens bespeeld door Belgen, dus niet door Japanners. Grete Moortgat heb ik ontdekt tijdens een concert in de Japanse ambassade en ik vond dat zo fantastisch. De klank en kleur van die taiko gaat door merg en been en dat wil ik dus samensmelten met het eerder West-Europese strijkorkest.

Ik zeg daarbij trouwens niet dat we door zulke samensmelting onze eigen cultuur moeten verwaarlozen, zeker niet, maar laat ons samen iets doen en laat ons dat doen op een wijze waarop de klankkleuren samengaan: we moeten tenslotte toch ook samenleven, en dat kan je het beste doen door met mekaar te musiceren en te communiceren, en dus gaan wij communiceren met muziek op het podium.

Wat wil u nog meer bereiken met dit concert?
Ik wil de mensen met een deuntje de zaal uit laten gaan, en wanneer ze een kleine melodie kunnen zingen van wat er die avond gespeeld is, dan ben ik zeer blij. In mijn ensemble trek ik ook muzikanten aan die dezelfde filosofie hebben, namelijk zij die mensen blij willen maken door mooie muziek te maken en die professioneel zijn, en daar probeer ik de beste muzikanten van binnen en buiten de grenzen voor te nemen.

Daarna is het ook mijn job om het beste uit elke muzikant te halen, en dat is een harde job, want veel mensen denken dat dirigeren… wel, ze zien mij vanop mijn rug en ze zien mij mooie gebaren maken. Maar daar gaan veel andere dingen aan vooraf. Het concert is de kers op de taart. Al van voor de zomervakantie zijn we bezig met dit concert: het hele samenstellen ervan, de juiste mensen kiezen, de planning maken, de repetitietijden indelen, … Dus dat is een evolutie die groeit en de top is het concert. Ik hoop dat Woluwe het graag hoort.

U heeft veel ervaring als dirigent, met ook veel buitenlandse opdrachten. Wat was uw mooiste ervaring?
Mexico hoort tot de mooiste momenten van mijn leven. Ik kende het helemaal niet toen ik 20 jaar geleden een uitnodiging kreeg om het Nationaal Orkest van Mexico te dirigeren, maar ik ben er naartoe gegaan, ondanks dat veel mensen kritische opvattingen hadden over dat land. Maar Mexico bleek een fantastisch land te zijn, een land met een grote cultuur. De Mexicanen zien het zelf niet, maar het is ook echt een land voor de toekomst, ze hebben alles. En als buitenlander ben je daar welkom, met open armen zelfs. Ze verdedigen hun eigen cultuur weliswaar, maar staan ook open voor nieuwe culturen en interpretaties. Het is concurrentie, in de positieve zin van het woord, en deze verhoogt alleen maar de energie om het beter te doen.

En wat wil u in de toekomst nog doen?
De mensen terug doen dromen. Tijdens mijn concerten, ook in Mexico heb ik dat gedaan, spreek ik altijd vooraf de mensen toe. Ik leg uit waarom dat stuk geschreven is, en elkeen die dat hoort, heeft nadien een andere droom wanneer men het stuk hoort. En wat je droomt, dat noem ik rijkdom. Ik blijf ook verder dromen en ik vecht voor mijn dromen. En in alle eerlijkheid: al wat ik gedroomd heb, is altijd uitgekomen. Ik heb gedroomd om ooit in mijn leven het Requiem van Verdi te dirigeren, en dat heb ik in BOZAR kunnen doen. Ik heb altijd gedroomd de Hohe Messe van Bach te dirigeren en dat heb ik gedirigeerd in Tsjechoslovakije, in Hongarije en hier. De Carmina Burana, enzovoorts. En ik heb nog zoveel dromen, bijvoorbeeld directeur van een orkest worden, en ik zou graag nog zóveel muziek willen dirigeren. Ik denk dat mijn leven te kort zal zijn om alles te doen, maar je moet blijven dromen, tot de laatste snik.