Een kleine geschiedenis van het stedelijk liberalisme in Schaarbeek – deel 2

Het Willemsfonds zag het daglicht in Schaarbeek in 1879 onder impuls van de dichter Emanuel Hiel. Het Willemsfonds baadde in de liberale burgerlijke cultuur die de het stedelijk leven domineerde in de XIXe eeuw. We blikken in enkele afleveringen terug op de geschiedenis van dit stedelijk liberalisme. In deel 1 lazen we hoe de Ezelsgemeente tussen 1830 en 1860 een stad werd en hoe dit ervoor zorgde dat de partijpolitiek ca 1860 haar intrede in Schaarbeek maakte met de verkiezing van de eerste liberale burgemeester en de oprichting van La réunion électorale de Schaerbeek. Dit was de voorloper van de hedendaagse liberale beweging en partijen in de gemeente.

Deel 2: Henri Bergé, De schaduwburgemeester.

De Réunion électorale, later Association libérale, was een typische liberale kiesvereniging. Het was geen gestructureerde partij, zoals later de conservatieve Katholieke Partij of de socialistische Werkliedenpartij, maar eerder een los netwerk van kandidaten die zich achter het beknopt zespuntenprogramma van 14 juni 1846 konden scharen (aangenomen op het stichtingscongres van de Liberale Partij). Samengevat willen deze liberalen dat de overheid los staat van de invloed van de kerk, dat ook de stedelijke kleine burgerij stemrecht verwerft, dat ook mensen met een diploma en een liberaal beroep stemrecht verwerven, dat er openbaar niet-confessioneel onderwijs wordt georganiseerd, dat de ongunstige indeling van kieskringen in de steden wordt herzien, en dat de levensomstandigheden van de arbeiders worden verbeterd. Dit is ook de politieke achtergrond waarop de lokale Schaarbeekse politiek zich afspeelt.

In 1868 wordt Henri Bergé de voorzitter van de Association libérale van Schaarbeek. Hij blijft aan tot 1895. Hij is bijna 30 jaar lang de sterke man van de liberalen zonder ooit zelf burgemeester te worden. Hij is de schaduwburgemeester. Hij is professor scheikunde aan de ULB, en heeft samen met de gebroeders Solvay het recept voor soda ontwikkeld. Hij zal rector van de ULB worden. Vanaf 1870 is hij ook lid van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Zijn politiek CV is dat van de archetype XIXe eeuwse vroege radicaal.

• Lid van l’Affrachissement, een vereniging dat niet kerkelijke begrafenissen mogelijk maakt

• Lid van de Loge Les amis de l’Union et du Progrès Réunis

• Lid van La libre Pensée, ter bevordering van de lekenstaat

• Medeoprichter met Karel Buls van de Onderrichtbond/ Ligue de l’Enseignement • Lid van de Vlamingen Vooruit!

• Auteur voor la Revue Trimestérielle

• Stichtend lid van Le Libre Examen

Bij de referenties onderaan de CV lezen we: bevriend met de Parijse bannelingen in Brussel ten tijde van Napoleon III: Paul Deschannel, Louis Blanc, Victor Hugo en Joseph Proudhon. Pennevriend van alle nationalistische, radicale en liberale vrijheidsstrijders en vogue in Europa, zoals Mazzini, Garibaldi en Kossuth.

Zijn medestanders in de Schaarbeekse politiek zullen ons bekend voorkomen. Je leest hun namen, zoals we zullen zien, dagelijks in op Schaarbeeks stratenplan. Maar het is Bergé die de dirigent is in Schaarbeek.

Het stemrecht

De liberalen zijn dus voor de uitbreiding van het stemrecht, maar niet voor het algemeen stemrecht. Je moet bekwaam zijn om te stemmen, menen ze. Dat houdt in dat je financieel en intellectueel onafhankelijk bent, vooral onafhankelijk van de invloed van de pastoor. De meest radicale zullen er finaal een draai aan geven met wat ze het verlicht algemeen stemrecht noemen: “stemrecht voor iedereen die kan lezen en schrijven + algemeen verplicht onderwijs = algemeen stemrecht”. Het verplicht onderwijs is dan bij voorkeur niet-confessioneel onderwijs in hun ogen om de invloed van mijnheer pastoor in te tomen.

De hele XIXe eeuw voeren liberalen strijd met de katholieken hierover. Maar ook onder elkaar, onder liberalen. Omdat zo weinig inwoners ook stemrecht hebben, is elke verkiezing in de gemeente een nek aan nek race dat zich op enkele tientallen stemmen verschil afspeelt tussen 1860 en 1884.

Van 1864 tot 1873 volgt Eugène Dailly burgemeester Gendebien op. Bergé wordt de sterke man. Het zal opvallen dat vrouwen totaal ontbreken tot zeer recent in ons verhaal. Naast hem zijn de sterke liberale mannen: Joseph Brandt, Ernest Discailles, Ernest Laude, Julius Hoste (de stichter van Het laatse Nieuws en vader van de liberale minister Julius Hoste Jr.). In 1873 moet volgens de verkiezingsuitslag Ernest Laude burgemeester worden. De Belgische regering benoemt echter een katholiek gezinde burgemeester in zijn plaats: Guillaume Kennis. De spanning is te snijden. In 1875 winnen de liberale wederom de verkiezingen met 89 stemmen verschil. Bergé wordt schepen van onderwijs. In 1878 moet de regering de lokale verkiezingen annuleren wegens verkiezingsfraude van de katholieke lijst. De spanning neemt toe. De verkiezingen worden overgedaan en in 1879 wordt Achille Colignon (foto bovenaan) de nieuwe liberale burgemeester na een eclatante verkiezingsoverwinning onder leiding van Henri Bergé. Colignon blijft aan tot 1891.

In 1884 wordt voor het eerst het door de liberalen bepleite capacitair of bekwaamheidskierecht toegepast in Schaarbeek. Naast kiezers die stemrecht hebben op basis van de cijns (de betaalde belasting), kan je ook kiezer zijn op basis van je diploma, je beroep of functie die enige verantwoordelijkheid uitstraalt (ploegbazen, onderofficieren, voorzitters van verenigingen) of op basis van een kiesbekwaamheidsexamen. Klinkt verdacht vandaag, klonk progressief toen. Van de in totaal 3482 kiezers waren er 158 die dat deden na het slagen van het kiesbekwaamheidsexamen. Er waren in totaal 833 bekwaamheidskiezers. De totale bevolking schommelde rond de 45.000 inwoners. Kiezers waren altijd mannen, nooit vrouwen. De uitbreiding van het stemrecht zorgt voor een blijvend liberaal overwicht. Voor Bergé en de zijnen is de strijd voor de uitbreiding van het stemrecht hiermee beslecht. De uitbreiding van het onderwijs zal op termijn de rest van de weg wel afleggen. En dus scheuren ook lokaal de nog radicalere liberalen zich af van de Ligue Libérale van Henri Bergé. Ze verenigen zich in de Cercle Progressiste van de industrieel Auguste Lambiotte, de latere schepen van onderwijs Charles Gilisquet en de arbeider-typograaf Emile Wittmann.

Deze progressisten dienen lokaal in Schaarbeek een lijst in samen met de Ligue Ouvrière, een onderdeel van de nieuwe socialistische Werkliedenpartij. Deze gezamenlijke lijst steunt vervolgens de Lijst van de Ligue libérale. De zogenaamde antiklerikalen zijn overduidelijk in de meerderheid in Schaarbeek binnen het uitgebreid kiezerskorps, maar hopeloos verdeeld tussen doctrinairen van de Ligue (ruim 60% van de antiklerikale stemmen), en de progressisten en socialisten (goed voor 40% samen). Het in eerste instantie strategisch bondgenootschap tussen wat we vandaag rechts liberalen, links liberalen en socialisten zouden noemen, zal zeer lang, tot aan de Tweede Wereldoorlog stand houden en het lokale beleid ook inhoudelijk sterk bepalen. Deze samenwerking onder impuls van Henri Bergé vormt de basis van het lokaal uitgesproken stedelijk liberalisme.

Johan Basiliades


Reeks “Een kleine geschiedenis van het stedelijk liberalisme in Schaarbeek“:

Deel 1: De erfgenamen van de La réunion électorale de Schaerbeek.

Deel 2: Over Henri Bergé en over het stemrecht

Deel 3: Twee buitenbeetjes: Frans Haeck en Emanuel Hiel

Deel 4: Tijd om het stedelijk liberalisme te omschrijven

Deel 5: Le faubourg des artistes en La cité des écoles. Kunst en onderwijs dus

Deel 6: Fernand Blum, de laatste radicaal en de transitie naar vandaag