Reset

Er is al heel wat inkt gevloeid over Reset van Mark Elchardus. Vanuit liberale hoek uiteraard. Het is dan ook een afrekening met het liberalisme. Maar ook vanuit socialistische hoek kwam er kritiek. Hun huisideoloog gaat na wat geflirt nu gewoon een openlijke relatie aan met het Vlaams nationalisme. Wat hen bindt is het gemeenschapsdenken, de gemeenschappelijke politiek filosofische stroming waaruit socialisten, christendemocraten, conservatieven en nationalisten putten. In de jaren ‘80 en ‘90 was dit onder politicologen en filosofen zowat het meest gevoerde debat: liberalism versus communautarism.  Rawls versus Walzer, Taylor, Sandel én mister Robert “Bowling Alone” Putnam. Die scherpe tegenstelling leek ons nu echter voorbij.

Professor Patrick Loobuyck heeft voor Knack al een zeer goede bespreking en kritiek van Reset geschreven. Daar kan ik niet aan tippen. Loobuyck is, terecht, zijn kritiek begonnen met lovende woorden1. Reset is inderdaad een omvangrijk en aangenaam te lezen boek, waar Mark Elchardus zeer veel kennis zeer vlot en toegankelijk weet te brengen. 

De liberale kosmolopitische elite

Voor de Kortweg van het Willemsfonds voeg ik daar graag nog een laagje aan toe. Niet zozeer aan de lof, dan wel aan de kritiek. Volgens Mark Elchardus zijn veel van de problemen, de onzekerheden, de instabiliteit, waar onze westerse samenleving bij het begin van de XXIe eeuw mee kampt, het gevolg van een dominant liberaal kosmopolitisch denken van elites. Zij overrulen de volkswil, de gemeenschap, de volkssoevereniteit. Als het over immigratie en islam gaat, negeren de elites wat het volk echt denkt. Mark Elchardus schetst een beeld van het westen waar er een scherpe tegenstelling is tussen liberale elites en het volk. De liberale elites komen op voor open grenzen en stellen het individueel particularisme voorop (hij verwijst uitgebreid naar de woke-beweging). Ze laten abstracte universele rechten primeren op de volkswil. Daartegenover staan individuen ingebed in een gemeenschap (het volk), die via democratie de volkswil willen laten primeren. Vroeger was dit laatste het terrein van sociaal-democraten en christen-democraten, volgens Elchardus, maar vandaag wordt die volkswil, de ware democratie, nog enkel door de nationalisten vertolkt. Totaal onbegrijpelijk is die houding niet. Elchardus heeft een beeld van een samenleving waar burgers leven in een homogene natie, lid zijn van vakbonden, mutualiteiten, van een kerk, een parochie, een sociaal-culturele vereniging, … zoals het Willemsfonds dus. Die burgers zijn ingebed in voorspelbare gemeenschappen. Dat is zeker geen fout beeld, maar al lang niet meer het complete beeld. Mark Elchardus ziet nu een coalitie met nieuwe linkse bewegingen tegen de gemeenschap en het gemeenschapsdenken. De elites willen het identitair particularisme, de woke cultuur, opdringen. Ze pleiten voor een wereld zonder grenzen (de droom van big business). Ze staan voor een universele mens als abstracte juridische entiteit. Ik zou er mij gemakkelijk van kunnen afmaken met te zeggen: het is voor iedereen moeilijk als de wereld om je heen verandert. Maar dat zou Reset en het gemeenschapsdenken van Mark Elchardus onrecht aandoen en er een karikatuur van maken die teveel gelijkt op de karikatuur die Reset van het liberaal mensbeeld maakt. Dat doen we dus niet. Drie kanttekeningen dus.

Oikomania of de obsessie voor thuis

Eerst.  Wat vindt Mark Elchardus zo ophefmakend aan het gegeven dat liberalisme en democratie niet samenvallen? Uiteraard niet! Democratie had in de negentiende eeuw een problematische verhouding met zowat alle politieke stromingen. Ook met het socialisme. De socialisten omarmden niet onmiddellijk het algemeen enkelvoudig (mannen)stemrecht. Ook zij deden dat na verloop van tijd uit strategische overwegingen en stelden wat België betreft die keuze uit voor het vrouwenstemrecht. Ze waren net als liberalen bevreesd dat vrouwen zouden stemmen zoals mijnheer pastoor zou aanbevelen.

Wat we vandaag gemeenzaam de liberale democratie noemen, is het evenwicht tussen enerzijds de liberale rechtstaat die elk individu, de kleinst denkbare minderheid, rechten geeft – ook tegen de meerderheid en de staat – en anderzijds de volkswil, waar de meerderheid beslist volgens afgesproken procedures en vertegenwoordiging. Er is over dat evenwicht in de westerse liberale democratiën een brede consensus gegroeid over politieke stromingen heen. De rechten van het individu werden steeds verfijnd en aangepast aan de veranderende samenleving. Het ophefmakende is dat Reset die consensus afwijst en dat evenwicht in vraag stelt. Dat is niet onschuldig.  

Ten tweede problematiseert Mark Elchardus zeer sterk die zogenaamde afkeer van liberalen voor de gemeenschap. In het boekje dat we in 2014 uitbrachten met het Willemsfonds Brussel, De droom van Sismondi, over stedelijke identiteit, gingen we er zonder meer van uit dat elke liberale democratie vertrekt vanuit een gedeelde identiteit om solidariteit en politieke participatie realiseerbaar te maken. Een abstract kosmopolitisme, schreven we, is misschien intellectueel leerrijk, maar niet werkbaar. Ons punt was dat die gedeelde gemeenschap niet noodzakelijk de oude natiestaat moest zijn, of enkel de natie kon zijn. Ook een stad kon die functie vervullen. Er is met andere woorden geen scherpe tegenstelling tussen liberalisme en gemeenschapsdenken als het op een werkbare democratie aankomt. Dat blijkt uit de literatuur2.  Maar ook in de praktijk, wat nog belangrijker is, is dit de regel. De liberale Victoriaanse Engelse stadsbesturen cultiveerden in de XIXe eeuw de lokale gemeenschap en het lokaal patriottisme als hefboom voor solidariteit, emancipatie en politieke participatie in de uitbouw – op stedelijk niveau – van de moderne welvaartsstaat.

Vandaag zien we in studies hoe tweede en derde generatie Marokkaanse jongeren in Amsterdam moeite hebben zich Nederlander te voelen, maar ze noemen zich wel vrij eenvoudig Amsterdammer. Het zijn geen abstracte komopolieten, maar stedelingen die de stedelijke gedeelde identiteit omarmen. Diversiteit is er deel van de soms complexe gemeenschapsidentiteit. Recent onderzoek aan de VUB bevestigde dit bij Brusselse jongeren3. Duyvendak spreekt over een obsessie voor thuis (oikomania) als hij verwijst naar dit soort Reset van West-Europese gemeenschapsdenkers die bezeten zijn van een retour naar de nationale identiteit. Stedelijkheid is soms gewoon toegankelijker als identiteit4. Die scherpe tegenstelling van liberalisme versus communautarisme is er niet in de theorie en al zeker niet in de praktijk. Zo zitten samenlevingen niet in elkaar en zo wordt er ook niet over gedacht.

De alarmfluit

En dat brengt me op mijn laatste punt. Hoe kan ik dit het best samenvatten? Wat ik een gezonde dosis ironie noem, wordt bij Mark Elchardus puur cynisme. Met ironie bedoel ik een soort jeu de dupe. Het besef dat er niet één opvatting is over hoe een samenleving zich van nature moet ordenen; het besef dat er niet één juist mensbeeld is dat door de natuur gegeven is; maar dat we ondanks dat besef toch de hoop koesteren een ruim gedeeld mensbeeld te mogen uitdragen waar het individu in alle omstandigheden met respect behandeld wordt. Die ironie heeft bij Elchardus plaatsgemaakt voor cynisme, waar die hoop naïef is, zelfs lachwekkend en hypocriet. Het cynisme neemt Pallieterkesachtige proporties aan met de zwarte cynische humor waar een eigen taalgebruik aangeeft wie tot de club behoort: ‘ondemocratische liberalen’, ‘juristocratie’, ‘het duizendjarig rijk van de mensenrechten’, ‘kosmoquatch’, … enz..

Je kan stellen dat het liberalisme de alarmfluit is. Voor een werkbare democratie hebben we een bepaalde hoeveelheid aan gedeelde identiteit (gemeenschapsdenken) nodig. Het liberalisme moet beletten dat de tank, die gevuld wordt met identiteit of gemeenschapsdenken, overloopt. Bij teveel gemeenschapsdenken moet het alarmfluitje afgaan. We installeren best zo’n veiligheidspin op de tank omdat we weten hoe snel gemeenschapsdenken in excessen vervalt. We weten hoe snel het gaat om het individu ondergeschikt te maken aan de groep, de cultuur, de religie, de natie … We willen ook aan het individu altijd de mogelijkheid laten een stap terug te zetten, niet all the way te gaan, een ander pad te kiezen dan hetgene waar hij in ingebed is (een opt out). We weten wat er gebeurt als die tank overloopt en er geen ontsnappen mogelijk is. Het boek Reset puilt uit van voorbeelden van het kwaad dat liberalisme wereldwijd heeft aangericht, maar is stil over verwoestende voorbeelden van de excessen aan gemeenschapslogica, aan nationalisme en communisme in het bijzonder. Als het lezen van dit nochtans boeiende boek één zaak heeft duidelijk gemaakt, is het dat we die alarmfluit meer dan ooit nodig hebben, niet in het minst voor de mogelijke populariteit van ideeën zoals in dit boek aangebracht. Lees maar mee in Reset: “Waardevorming is daarom onvermijdelijk een cultuurstrijd. Voor gemeenschapsdenkers zou de inzet moeten zijn om leraar voor leraar, school voor school te overtuigen waardevorming niet langer vanuit liberale uitgangspunten, maar vanuit zelfbewust gemeenschapsdenken te benaderen”. Ik ben niet zeker dat ik wel wil begrijpen wat Mark Elchardus hier exact mee bedoelt en tot wat hij oproept. Moeten we “liberale” leraars aangeven. Hun namen online afficheren. Als de alarmfluit hier maar afgaat! Voor deze cultuurstrijd pas ik graag. Leraren en scholen ook.

Johan Basiliades

1 Patrick Loobuyck, “Opinie: In Reset botsen we op de filosofische grenzen van Elchardus’ gemeenschapsdenken”, op: www.knack.be (8/1/2022).

2 John Stuart Mill bijvoorbeeld achtte gedeelde cultuur en zelfs taal belangrijk voor representatieve democratie. We lezen het ook in Rawls’ Law of People, in Kymlicka’s Mulmticultural Citzenschip en de accommodatie-theorie die hij voorstaat, Yael Tamir’s Liberal Nationalism, en bij David Miller’s Citizenschip and National Identity. Enkele voorbeelden dus van liberale denkers die het gemeenschapsdenken gewoon ongecomplexeerd verwerken.
3 Te Braak, Petrus; Mastari, Laora Noémie; Lemblé, Hélène; Keppens, Gil Antoine, “Eenheid in diversiteit: de lijm van de Brusselse identiteit” in Migratie, Gelijkheid & Racisme. 44 Opinies (VUBPress, 2021).

4 De verwijzingen in deze paragraaf komen uit Patrick Stouthuysen en Johan Basiliades (red), De droom van Sismondi, over stedelijke identiteit, (Willemsfonds Brussel, Liberaal Archief, ASP, 2014). Ook het essay Oikomania, de obsessie voor thuis van Jan Willem Duyvendak komt uit deze publicatie.