150 jaar, deel 2: In een notendop – 10 jaar afdeling Brussel

Na de eerste tien bruisende jaren pakt de afdeling in het werkjaar 1882-1883 uit met een ambitieus plan voor de toekomst. De interne werking wordt herzien, er wordt ruimte gemaakt voor toekomstige uitdagingen en de beschikbare middelen worden onder de loep genomen. De afdeling zet in op een steeds nauwere samenwerking met andere – bij voorkeur vrijzinnige – Brusselse spelers die ook bezig zijn met volksopvoeding, emancipatie en/of Vlaamse rechten.

Bijenkorf
Het is druk in de afdeling. Niet minder dan 795 leden, het hoogste aantal tot dan en absoluut recordcijfer tot de jaren 1940, schrijven zich in. Ze staan onder de leiding van een tienkoppig bestuur met aan het hoofd Julius Hoste. In dat feestjaar wordt, ongetwijfeld vanwege de omstandigheden, flink vergaderd. Het bestuur komt niet minder dan 62 keer samen om zowel de gewone als de buitengewone werking in goede banen te leiden.

Onder dak
Op 30 september 1882 wordt het nieuwe Willemsfondslokaal in de Leopoldstraat nr. 11 ingehuldigd. De fine fleur van het Willemsfonds en de Brusselse liberale politici tekent present. Burgemeester Karel Buls, kamervoorzitter Auguste Couvreur en vertegenwoordigers van het Algemeen Bestuur Paul Fredericq en August Gondry houden een inspirerende voordracht, waarna het banket kan beginnen. Voor de financiering van het lokaal is in hoofdzaak beroep gedaan op het mecenaat van de leden en andere sympathisanten. Om de recurrente kosten enigszins te kunnen dekken, wordt het lokaal mits een kleine vergoeding ook ter beschikking gesteld aan bevriende organisaties, zoals De Veldbloem, de Ligue de l’Enseignement, de Kring tot Uitbreiding van het Stemrecht van Paul Janson, het bestuur van het Nationaal Toneel, enz.

Aan de slag
De volksvoordrachten breiden flink uit. In de voorsteden en de meer landelijke gebieden rond Brussel worden lokale comiteiten opgericht als antennes van het nieuw opgerichte Middencomiteit voor Volksvoordrachten van het Willemsfonds Brussel onder leiding van Edmond Hendricx. Onder de vleugels van deze werkgroep worden in het jubileumjaar 13 volksvoordrachten georganiseerd in Brussel, 3 in Laken en in Bosvoorde, 2 in Jette, Anderlecht, Elsene en Ukkel, en 1 in Sint-Gillis. De voordrachten gingen gepaard met muziek en in de buitengemeenten werd, als extraatje, een gratis boekentombola georganiseerd. Al bij al een heel ambitieus programma dat, volgens het jaarverslag, ondanks de “banvloek van pastoor en kloosterheer” en dankzij zowel het “zuiver gehalte onzer muzikale programma’s” het “gematigd woord” van de voordrachtgevers als “de onvergetelijke toewijding van honderden onzer leden”, op veel bijval kon rekenen.

De vijf volksbibliotheken met leeskabinet van de afdeling, nog steeds een vrij uniek gegeven in de stad, steken ook een tandje bij. Het Comiteit voor de Openbare kostelooze Volksboekerijen onder leiding van de Algemeene Opziener der Boekerijen Bosmans coördineert de werking en verdeling van de boeken. Vierduizend lezers zijn dat jaar goed voor net geen tienduizend ontleningen en het bestuur beslist om de komende jaren vooral in te zetten op de buitenbibliotheken, hun aantal te vermeerderen, want die moeten “brandpunten die licht en beschaving brengen” worden.

Een Comiteit van Vlaamsche Grieven onder leiding van Frans Reinhard en Julius Beving bundelt vanaf 1882 alle vertoogschriften die de afdeling richting overheid of andere organisaties wenst te sturen. In het jubileumjaar redigeert het comité niet minder dan 23 vragen en petities, in hoofdzaak over het gebruik van het Nederlands in het onderwijs en in bestuurszaken. Op 26 september 1882 gaan ze nog een stap verder en sturen, samen met vertegenwoordigers uit andere steden, een afvaardiging naar het kabinet van Openbare Werken. Julius Hoste, Emanuel Hiel, Jan Van Rijswijck, Jan Van Beers en hun vrienden leggen de liberale minister Xavier Olin een eisenpakket voor betreffende de taaltoestanden in zijn departement. Olin belooft waar nodig een klachtenbureau, zeg maar ombudsdienst, op te richten.

Broederlijk naast dat Comiteit duikt een Comiteit van Propaganda op, dat focust op het verspreiden van de ‘juiste’ (lees liberale) pers onder de inwoners van Brussel en omstreken. Niet minder dan 5.640 losse nummers vinden hun weg naar het grote publiek, naast de wekelijkse pakketten die de zieken in de Burgerlijke Godshuizen toegestuurd krijgen. En het spreekt voor zich dat de afdeling een warme oproep lanceert naar alle Vlaamse liberale krantenuitgevers om gul te zijn met gratis nummers. Nauw aansluitend bij dit comiteit is er de uitgave van de Almanak van de afdeling, die naar jaarlijkse gewoonte op kosten van Xavier Havermans wordt verdeeld. Deze gaat gratis naar alle leden en naar herbergen in en rond Brussel. Evenementen van de afdeling worden op die manier bekend gemaakt bij een ruimer publiek. Het Maandblad dat sinds 1880 door de afdeling wordt uitgegeven, loopt dat jaar gewoon door en brengt naast informatie over het reilen en zeilen van de afdeling ook de integrale tekst van drie volksvoordrachten.

Ook het Comiteit voor Stoffelijke Belangen ziet in september 1882 het levenslicht. De geneesheren Kops en Kann nemen de leiding op zich en schrijven een lijvig verslag over de welvaartsverdeling in Vlaanderen en Brussel. De welvaartskloof op zowel het platteland als in de geïndustrialiseerde steden baart hen zorgen en de afdeling beslist om in deze context twee paden te bewandelen: het aanspreken van overheden via de Grievencommissie en het organiseren van activiteiten die welvaartsbevorderend voor arbeiders zouden zijn.

Het Comiteit van Onderwijs onder leiding van Emile Doms zet de bestaande werking rond het Nederlandstalig onderwijs met groot enthousiasme verder en steekt een tandje bij. Het lager onderwijs in Brussel en in de voorsteden wordt in 1882 grondig doorgelicht en de pijnpunten op het vlak van onderwijs in de moedertaal worden door het comiteit in kaart gebracht. Ook de middelbare scholen en de Normaalscholen worden in die zin doorgelicht. De resultaten worden gebundeld in een gratis brochure, gedrukt op 2.000 exemplaren, met de welluidende titel “L’enseignement du flamand dans les écoles primaires de Bruxelles, par un ancien instituteur bruxellois”. Over de grote inzet van het comité voor de leergangen Nederlands in het volwassenenonderwijs hebben we het ook nog verderop in dit magazine.

De Benoit’s Kring die al vele jaren de activiteiten van het Willemsfonds muzikaal opluisterde, schuift zijn autonomie opzij en wordt in 1883 de koorafdeling van het Willemsfonds Brussel.

Evenementen
De inhuldiging van het nieuwe lokaal is dat jaar niet het enige grote feest. Op 24 december organiseert het Comiteit van Onderwijs met de steun van het stadsbestuur een groot kerstfeest in de toen heel populaire Alhambra-schouwburg. Deze prachtige theaterzaal was op dat moment de grootste in Brussel en bevond zich tussen de Emile Jacqmainlaan en de Circusstraat. In 1973 werd dit monument, vervallen na jaren van leegstand, helaas afgebroken. Aanwezig zijn 800 kinderen uit de Brusselse gemeentescholen die als geschenk voor 1.400 frank aan boeken, spaarboekjes en kledingstukken krijgen. Een maand later organiseert de afdeling het allereerste Congres van de Vlaamse Pers.

Er vinden in dit jubileumjaar nog andere huldigingen plaats. Zo zet de afdeling, samen met De Veldbloem, Vrouwe Courtmans-Berchmans, de dichteres uit Maldegem, in de bloemetjes en laat voor haar een borstbeeld vervaardigen. Beeldhouwer van dienst is niemand minder dan Jef Lambeaux. Ernest Gilon uit Verviers is de volgende in het rijtje. Deze uitgever van de naar hem genoemde Bibliothèque Gilon wordt gehuldigd vanwege zijn inzet voor het rationalisme en voor wat het Willemsfonds betreft: zijn bereidheid om ook Nederlandstalige auteurs regelmatig in zijn fonds op te nemen. Derde in de rij is erevoorzitter Karel Buls, die in het kader van het jubileum gehuldigd wordt en eveneens een borstbeeld van de hand van Lambeaux krijgt.

Erevoorzitter Karel Buls

De naweeën
De omvang van de werking in 1882-1883 was exuberant, om het zacht uit te drukken. Vraag is natuurlijk of al die plannen en opgestarte projecten een lang leven waren beschoren. Het ledenaantal kreeg alvast een serieuze klap. Zoals we verderop zullen zien, hernieuwden om en bij de 200 leden hun lidmaatschap niet, waardoor er in het werkjaar 1883-1884 slechts 602 van de 795 leden overbleven. Het budget kwam onder zware druk te staan en de afdeling moest de gevolgen dragen van een jaar boven de eigen stand leven. Het aantal volksvoordrachten werd (tijdelijk) flink ingeperkt, de uitgave van het maandblad wordt met pijn in hart stopgezet, de plannen om lessen ter voorbereiding op het kiesexamen te organiseren, belandden in de koelkast, het Comiteit van Stoffelijke Belangen werd ontbonden en ook de andere werkgroepen moesten besparen, doch bleven actief.

Menu 150 jaar Willemsfonds Brussel
Deel 1: Er kiemt iets in Brussel
Deel 2: In een notendop – 10 jaar afdeling Brussel
Deel 3: Trekken aan de mouw van de 19e-eeuwse politici
Deel 4: Kaalslag
Deel 5: Van een Vlaamsche klas in de Modelschool tot de Nederlandsche Leergangen
Deel 6: Vlaams engagement tussen twee oorlogen in
Deel 7: De oorlogsjaren 1940 – 45