150 jaar, deel 8: Hoog aangeschreven

Het geschreven woord speelt sinds de oprichting in 1851 een cruciale rol in het Willemsfonds, zo ook in de Brusselse afdeling. Er wordt gedurende anderhalve eeuw gecommuniceerd en gepolemiseerd, geagendeerd en gekronikeerd, zowel voor de lopende als de toekomstige generaties. En alle stukken bij elkaar genomen, levert dit een heel diverse schatkamer aan informatie op.

Communicatie
Communicatie met de leden en het werven van nieuwe leden staat bovenaan dat lijstje. Van bij de start komt het bestuur in actie met uitbundige werkingsverslagen. Deze verschijnen in dé publicatie van het Algemeen Bestuur, het Jaarboek van het Willemsfonds (1868-1895) en diens opvolger het Tijdschrift van het Willemsfonds (1896-1906). De Brusselse afdeling schrijft zijn eigen geschiedenis neer en deelt haar wel en wee. Van bestuurlijke informatie over inzet voor de goede zaak tot een loflied op de eigen werking, alles passeert de revue. Eén van die andere doelstellingen, de verspreiding van het ideeëngoed, komt hier minder goed uit de verf. En dus vult de afdeling dit zo snel mogelijk aan met een eigen tijdschrift, heel toepasselijk Willems-Fonds, maandelijksche uitgave der afdeeling Brussel (1881- 1884) genaamd. Een blad met aankondigingen, maar vooral met sterke opinies en gevleugelde oproepen (zie afbeelding hieronder voor de eerste pagina van het eerste tijdschrift). Om budgettaire redenen verdwijnt dit blad echter na amper vier jaar, en een vervanger is niet echt in zicht.

Maar geen nood, de bevriende dag- en weekbladpers maakt enthousiast ruimte vrij voor de schrijflust van de afdeling. Het in Gent gepubliceerde Volksbelang van Paul Fredericq, Het Laatste Nieuws en De Zweep van de Brusselaar Julius Hoste, om er maar enkele te noemen, brengen soelaas en bieden een platform voor het levensverhaal van de afdeling in de breedste zin van het woord.

Het is wachten tot na de Tweede Wereldoorlog voor een eigen voorzichtig vervolg. Vanaf de jaren 1960 verschijnen een aantal informatieve blaadjes van zowel de afdeling als het agglomeratieverbond en de avondschool, denken we maar aan Sleutel (1966-1991), Informatieblad voor sociale en culturele promotie, Willemsfonds agglomeratie Brussel (1976-1986), De Belleman (1987-1996) en ’t Wifoske (1995). Geen van deze biedt echter veel visie of opinie. Dat wordt toevertrouwd aan … een eerste maal Kortweg (1996-1999), die vervelt tot Kortweg Flash (2001-2017). Met de komst van het huidige blad Kortweg in 2017 krijgt Brussel opnieuw een volwaardig ledenblad, informatief én met een duidelijke opinie. Een website en sociale media vervolledigen, zoals het anno 2023 hoort, het communicatieaanbod.

Een stap verder
Het Brusselse Willemsfonds in al zijn vormen en gedaanten stelt zich de voorbije decennia ook actief op als (co-) uitgever van publicaties over de Brusselse geschiedenis. In de jaren 1980 verschijnen biografische werken over Emanuel Hiel (1984) en Karel Buls (1987), daarna volgt Jef Mennekens (1995). En wie zich afvraagt waarom die andere pionier in het rijtje ontbreekt: het Liberaal Archief/Liberas publiceert in dezelfde periode een boek over Julius Hoste sr. (Vader Hoste, 1989). De figuur van burgemeester Karel Buls blijft in de daaropvolgende jaren boeien en levert nog twee publicaties op (2013 en 2014), ook voor Emanuel Hiel (2011) blijft er belangstelling.

De pennen zijn geslepen en na de nodige voorbereidingen, start een hele reeks publicaties van divers pluimage. In 2010 brengt de afdeling een hommage aan Hugo Claus uit. Inspirator en drijvende kracht achter deze publicatie is Herman Mennekens, achterkleinzoon van dichter Jef Mennekens. Samen met enkele kompanen start hij in 2012 met een reeks poëziebundels van Brusselse schrijvers. Vers uit Brussel (2012), Een kwestie van Splinters (2013) en Ruis op het landschap (2017) vinden hun weg naar de Brusselaars, net als de eigenzinnige mijmeringen van Guido Herten (Woda ge allemo op paast, 2014) en de levensgeschiedenis van een 16e-eeuwse stadsdichter (Ik Jan Smeken, 2017).

Het Willemsfonds toont zich in die jaren ook bereid om mee te denken over de toekomst van de grootstad en wil niet blijven stilstaan bij een nostalgische blik op het verleden. Met Vlaams Sociaal Liberaal in Brussel (2011) wordt een voorzet gegeven waarna nog datzelfde jaar de toekomstvisies van Guy Vanhengel en Sven Gatz worden uitgegeven. Dit loopt uit in een reeks over een breed gedragen toekomstproject voor de stad. In drie publicaties onder de reekstitel Stadslucht maakt vrij verschijnen Manifesto (2013), Sismondi (2014) en een becommentarieerde heruitgave van Buls’ Esthétique des villes (2015). In de marge wordt intussen Van Vlaams dorp tot wereldstad (2014) van René Coppens in het uitgavenfonds opgenomen, een kroniek van een leven in de gemeente Ganshoren vis-àvis de “olievlek” die Brussel in de 20e eeuw werd.

Last but not least is er ook tijd voor ontspanning. In 2013 verschijnt Aftrap in Brussel van Kurt Deswert, in 2023 volgen Schwalbe over het Belgisch voetbal tijdens de Tweede Wereldoorlog en 50 years RWDM, waardoor het Willemsfonds zich ook op sportief vlak op de kaart zet. Ook op het vlak van architectuur wordt met de biografie van Joseph Diongre een prachtig boek uitgegeven.

Al deze publicaties kunnen aangekocht worden via het Willemsfonds Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zolang de voorraad strekt) en geraadpleegd worden in de leeszaal van Liberas.

Bart D’hondt,

wetenschappelijk medewerker Liberas

Menu 150 jaar Willemsfonds Brussel
Deel 1: Er kiemt iets in Brussel
Deel 2: In een notendop – 10 jaar afdeling Brussel
Deel 3: Trekken aan de mouw van de 19e-eeuwse politici
Deel 4: Kaalslag
Deel 5: Van een Vlaamsche klas in de Modelschool tot de Nederlandsche Leergangen
Deel 6: Vlaams engagement tussen twee oorlogen in
Deel 7: De oorlogsjaren 1940-45
Deel 8: Hoog aangeschreven